Duizend dollars belooning. VOOR S\EEk Eft I Zaterdag 3 November 1306. éilo Jaargaag. 'F. r 88. No. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. 1 Feuilleton. De belangrijkste Handelsproducten. lentpTERSl/ Lil’ aangenomen. alle (Slot volgt.) a1^ ADVERTENTIëN 4 cent per regel, regels 3 cent en van 1000 regels 2*/> plaatsruimte. na ver 'b. n zal eene weduwe, een zekere juffrouw Emmons. Zij woont in het andere gedeelte der stad, in deze stad, in de S...straat. Kent u haar? Niet? Zij is eene brave vrouw, die altijd heel goed voor mij is geweest. Hij hield eenige oogenblikken op, scheen eenigszins verlegen en plukte zenuwachtig aan de panden van zijn jas. U mag ik het wel zeggen, eerwaarde heer, vervolgde hij toen ik heb die vrouw hartelrjk lief. Maar zeg het tegen niemand, wat ik u bidden mag. Ik ben immers een misdadiger ik heb niet het recht haar lief te hebben, die zoo goed is als een engel. Zij heeft twee kinderen en em klein huis. Behalve mij heeft zij nog twee andere commensaals. Nog geen veertien dagen had ik bij haar mijn intrek genomen, toen ik reeds had ontdekt hoe bard de arme vrouw moest kampen om het hoofd boven water te houden. Op haar huisje ligt namelijk een hypotheek, zooals zij mij zelve heeft verteld. Niet dat ik met haar als een vriend over hare aan gelegenheden heb gesproken, o neen; maar wanneer ik van het werk thuiskwam, ging ik in de keuken om mijn natte kleeren en laarzen te drogen, of voor eenig an der werk en zoo kwam het dat zij mij nu en dan iets ver telde. De rente der hypotheek is hoog en daar de vrouw toch leven moest en hare kinderen geregeld ter school zond, bleef zij met hare betalingen wel eens ten achter. Misschien zou zij hef zelve beter hebben gehad, wan neer zij het haren huisgenooten wat minder goed had gegeven, maar zij zegt dat zij het schande vindt, man nen, die hun brood zwaar moeten verdienen, slecht eten te geven en daarom doet zij het ook niet. toch stond ik nog met den knuppel in de hand, waar mee ik iemand had gedood, stond ik daar, als ontwaken de uit eene verdooving. Maar nu riep een der kame raden Voort! Op de vlucht, dat ze je niet te pakken krijgen! en dit gaf mij ineens mijne bezinning terug. Wij snelden weg, zoo gauw als onze voeten ons konden dragen. Ik liep den geheelen nacht door en verborg mij den volgenden dag in een moeras. Zoo liep ik veertien dagen lang iederen nacht en verborg mij overdag in het houtgewas of in het lange gras, terwijl ik leefde van hetgeen medelijdende men- schen mij verstrekten. Eindelijk bereikte ik de Mis souri. Hier vond ik werk op een boot en voer de Mississipi af tot bij New-Orleans. Daar viel mij eene courant in handen, bevattende het verhaal van de misdaad. Ik zag daaruit dat de jonge man, dien ik had, gedood, de zoon was van rijke ouders. Zijn vader had een prijs van duizend dollars op mijne gevangen neming gezet. Mijn bezoeker haalde een zakboekje te voorschijn, nam er een stuk geel geworden courantenpapier uit en reikte het mij over. Ik las haastig de regels door en zag dat alles overeenstemde met wat de man mij vertelde. En nu, dominee, vervolgde hij, wil ik u niet lastig vallen met u alles te vertellen wat ik in al die jaren heb uitgestaan. Honderdmaal erger dan de doodstraf heb ik voor mgne misdaad geboet. Maar, zoo waarlijk God mij genadig moge zijn; na die gebeurtenis heb ik nooit weer een slechte daad begaan. Sedert drie jaren ben ik nu in een papiermolen. Ik ben als eenvoudig werkman begonnen, maar heb mij weten op te werken tot meesterknecht op een loon van drie dollars per dag. Bij verschillende men- schen heb ik ingewoondde laatste twee jaren bij V Ik heb plotseling naam gemaakt als detective. Alle couranten in de Vereenigde Staten hebben het gepubliceerd en van mij gesproken als van een man, die een moordenaar aan de gerechtigheid had overge leverd en den daarvoor uitgeloofden prijs van 1000 dollars ontvangen. Op een goeden dag kwam onze dienstbode zeggen dat zich in de spreekkamer een man bevond, die mij verlangde te spreken. Ik begaf mij derwaarts en vond daar iemand, die op mij den indruk maakte van een net werkman. Hij droeg een korten bruinen baard, had helder-blauwe oogen en een gezicht, waarop een uitdrukking lag van kalme bescheidenheid. Zijn leef tijd schatte ik op ongeveer 35 jaar. Zijn stem was diep en klankvol en hij sprak langzaam. Gedurende het gesprek hield hij met vasten blik zjjne oogen op mij gericht. Is u dominee Mercer? vroeg hij. Ja, wilt u plaats nemen? Gelooft u aan Jezus Christus? vroeg hij zonder eeni ge verdere inleiding. Zeker! antwoordde ik, verwonderd over die vraag. Gelooft u dat wij het voorbeeld van zelfopoffering, ons door Hem gegeven, moeten volgen? Is het ook nu nog goed, zijn leven te geven om dat van anderen te redden? Onder zekere omstandigheden ja! Ik ben bij u in de kerk geweest en heb u hooren preeken. Ik geloof, dat u een goed mensch is en kom daarom van u een dienst vragen, maar voor ik dat kan doen, moet ik u iets toevertrouwen het geheim van mijn leven. Ik verzocht hem eerst, goed te overwegen of hij dat wel doen zou, want ik verlangde niet mij in te drin gen in de geheimen van een ander, evenmin zou ik gaarne worden ingewijd in geheimen, waarvan het be waren mij moeielijk zou vallen of zelfs in onaange naamheden zou kunnen brengen. Volkomen waar, maar iemand moet mij helpen! ant woordde de bezoeker, als een dienaar Gods, be taamt het niet te weigeren mij den last af te nemen, waaronder ik al zooveel jaren gebukt ga. En nu begon hij te vertellen Ik was twintig jaar oud, toen ik als arbeider werkte op een farm. Ik leidde een leven als de meeste jon gelieden van mijn stand, doch ik wil u niet vervelen met bijzonderheden, die u geen belang kunnen inboe zemen. Ik zal u alleen een daad vertellen, die op mijn leven een afschuwelijke vlek heeft geworpen. Ik ben niet slecht, God weet het, en ik ben het ook nooit geweest. Maar eens op een avond, in vroolijk gezelschap dronk ik te veel. Op weg naar huis ge raakten wij aan het twisten en ten slotte aan het vech ten. Hoe het gebeurde, dat weet ik nu nog niet, maar ik sloeg een van hen neer. Neen, niet ik, niet ik, de roode bloedgierige duivel in mij was het, anders zou ik niet onophoudelijk op hem hebben losgeslagen. Ik was krankzinnig. Toen die aanval voorbij was, werd ik plotseling weer kalm en stond gebogen over het lijk, zoo rustig als ik eenmaal voor Gods Rechterstoel hoop te staan. Twee of drie kameraden bevonden zich er ook nog en een hunner zeide O, Jim, wat heb je ge daan? Gedaan, vroeg ik; ik weet vau niets, Jack. En I land naar Engeland uit, dat ook veel van deze produkten betrekt uit Spanje en krijgen de Fransche groote steden, vooral in het voorjaar, hun groenten uit Algerië. Tevens de tegenwoordige wijze van conserveeren van groenten, en ook van vruchten, zeer geschikt otn deze meer en meer tot handelsartikelen te maken. Ook van het ooft zijn sommige voor den handel meer of minder belangrijk. Dat belang bestaat niet alleen daarin, dat de vruchten zelf óf in verschen óf in gedroogden toestand handelsprodukt kunnen zijn, maar ook dat uit de sappen van die vruchten alcoholhoudende dranken bereid worden. Het zijn nl. niet alleen de druiven (waar over straks), die wijn leveren. Het sap van alle soorten van vruchten, die suiker bevatten, kan gisting ondergaan. Aalbessen, vlierbessen, kruisbessen, boschbessen, appelen, peren, leveren ze wijn. De handel in versche vruchten wordt tuurlijk eenigszins daardoor beperkt, dat scheidene er van spoedig aan bederf onder hevig zijn; in gedroogden of geconfijten toe stand is het gebied van uitvoer veel minder beperkt. Gedroogde pruimen komen bijv, uit Bosnië en Servië en gaan naar Amerika, dat op zijn beurt groote hoeveelheden gedroogde appels en peren uitvoert. De geconfijte da del is een produkt voor den wereldhandel, even als de kastanje uit Zuid-Europa dit in ge droogden toestand is. Voornamelijk willen we de aandacht vestigen op de druif. Het vaderland van deze vrucht is niet met zeker heid bekend. Van de landen ten Zuiden der Kaspische Zee, waar ze nog in ’t wild groeiend moet worden gevonden, is ze door de Semie ten overgebracht naar Syrië, Klein-Azië en Griekenland. Reeds in de oudheid vinden we ze reeds in de landen om de Middellandsche Zee verbreid, waar nog steeds het voornaamste gebied van de druivencultuur gelegen is. Juist het matig warme en in den zomer droge kli maat van die streken maakt ze voor die cul tuur zoo uitnemend geschikt. De koele zomers en de strenge winters van Oost-Europa geven aan den Noordgrens van den wijnbouw in Europa een eigenaardige richting. We willen op deze plaats een enkel woord over de wijn bereiding zeggen. Een KG. druiven bevat ongeveer 130 gram suiker, echter geen alcohol. Wel kan er in er nog eentje je wijf? De mijne Om het nagist.Nou, daar ga je. leggers voor springen te ™.e zitten >r wijnfabrikant een flinke scheut de vaten, waardoor de wijn zelfs het vereischte alcoholgehalte krijgt en vaar alzoo bezworen is. Is de gisting dus totaal afgeloopen, toch hebben er nog wel enkele kleine veranderin gen plaats. Er ontstaan onder het liggen nog eenige nieuwe stoffen in den wijn, ethezs^&- naamd. De bijzondere geur en smaak, waar door de eene wijnsoort zich van de andere onderscheidt, hangt juist voor een groot deel van de gevormde ethers af. Zij vormen wat men het bouquet van den wijn noemt. Van daar, dat eerst na een paar jaren, als het bou quet zich gevormd heeft, de wijn voor het ge bruik geschikt verklaard wordt. Sommige wijnen zijn zoet, andere niet. Som tijds is nagenoeg alle suiker uit den most vergist. Dit is o.a het geval bij de Bourgogne- en Rijnwijn. Een ander maal voegt men nog brandewijn aan den wijn toe, of doet men na de gisting suiker bij de vloeistof. Zoo ontstaan de zoete wijnen. Er is witte en roode wijn. De eerste ontstaat óf uit witte* druiven, óf door de schillen der gekleurde druiven vóór het gisten uit den most te verwijderende laatste, door de schillen mee te laten gisten. Soms is de kleur van den wijn niet mooi ge noeg; dan worden kunstmiddeltjes te baat ge nomen, om ze mooi te maken. (Wordt vervolgd). EEN ZELFDE ANTWOORD. Iemand wedde om een rijksdaalder, dat hij aan zestien personen ééne en dezelfde vraag zou doen en van allen hetzelfde antwoord zou krijgen. De weddingschap werd aangenomen en hij vroeg aan ieder van de zestien »Heb je al gehoord, dat Jansen bankroet is?« En «Welke Jansen was de stereotype wedervraag? Van een leidekkerAls men de umschen van een zeer hoog standpunt bekijkt, lóópt mei. - zijn nek te breken. (Vervolg). Een andere meelleverende plant is de sago palm, die inheemsch is in het Oostelijk deel van den O. I. Archipel en welks merg het hoofdvoedsel uitmaakt voor de bewoners van die eilanden, waar het minder vochtige klimaat den rijstbouw niet toestaat. Dit merg bestaat uit een melige stof, die uit den in stukken gehouwen en gespleten stam wordt losgehakt en door middel van water gezuiverd wordt van de houtachtige deelen, terwijl het meel uit het water bezinkt. In den vorm van pap of gebakken als broodjes maakt de sago het dagelijksch voedsel der bevolking uit. De ge korrelde soort, de zoogenaamde parelsago, wordt in den handel gebracht van Singapoer, waar de Chineezen voornamelijk de kunst van het «parelen* verstaan. Het eiland Seram is vooral het sago-eiland. Ook komt er een soort in den handel, die in Europa uit aardappel meel bereid wordt. Hoewel als handelsproduct geheel zonder beteekenis, noemen we hier nog de vrucht van den broodboom, die voor de bevolking der Zuidzee-eilanden van groote waarde is. De nog niet geheel rijpe vrucht, aan schijven gesneden en geroosterd, levert een naar tarwe brood smakend voedsel. In verband met den naam van dezen boom vermelden wij de Johannesbroodboom, welks vrucht een peul is, die een sappig vruchtvleesch bevat, dat gege ten wordt. Hij komt voor in de landen om de Middellandsche Zee. De in het vruchtvleesch voorkomende pitjes werden vroeger door de Zuid-Europeesche goudwerkers als gewicht gebruikt en van den Griekschen naam van die pitjes is afgeleid de naam karaat, het goud en diamantgewicht (1 karaat 20,5 cG.) Hoewel de peulvruchten (erwten en boonen) en de groenten een zeer belangrijke rol spe len in de voeding van verscheidene volken, is hun beteekenis voor den groothandel langen tijd van geringe beteekenis geweest. Bij de vlugge en goedkoope verzending van den tegenwoordigen tijd is voor sommige streken de groentenhandel van meer belang geworden. Zoo voert ons land, en wel speciaal het West land, veel groenten over den Hoek van Hol- Dit blad verschijnt WOEAüags en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor o n e e k f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te alleq jjjde 'va. VVROUW.]^. /ZEEPSOORTEN “'XlsUSunughtJ gint *J 71CH7FI ae Ri de sr- '«apS w’er een stem uit het b ^adiijQ ar blijft vader toch Stil nu n der_de si ader komt zoo; vader heeft die mZmet' boodschap. Stil eens stil eer brandewijnstaP stierf weg in de v%V. zuur, om t -e nemen te voorkomen, or Orr, kat r. n springen te een druivensap gemakkelijk alcohol gevormd wor den. Terwijl de druiven aan den wingerd hangen, vallen er duizenden sporen (gistkie- men) op de sptail. ’t Gaat er echter mee zoo- als met Hp schimmelsporen op een droge schoen: ze kunnen niet tot ontwikkeling ko men. Daar komt echter de wijngaardenier met zijn helpers. In manden en tobben worden de afgeplukte druiven verzameld en naar de wijn pers gebracht. Voor sommige dure wijnen worden de drui ven eerst van de stelen ontdaan; meestal ech ter stort men ze uit, zoo ze geplukt zijn. Nu komt het persen aan de beurt. Dit kan ver schillend geschieden, met machines, of, zooals voor Port (de echte nl.), Bourgondische en Kaapsche wijnen, met de voeten. Met machi nes gaat vlugger, maar men loopt dan kans de pitjes fijn te stampen en dat zou voor fijnproe vers de smaak bederven, voor hen moeten de druiven met de voeten getreden worden. Heel de vloeistof massa, sap, schillen en stelen, vormt een soort van brij, most genaamd. Te gen den tijd, dat de druiven voldoende uitge perst zijn, is in de vloeistof de gisting begon nen. De gistplantjes van de schil zijn in hun element gekomen. Het lang begeerde voedsel binnen de schil, de suiker en de stikstofverbin dingen uit de'druif, is nu in hun bereik; aan vocht is evenmin gebrek. En ze groeien wonderbaarlijk. De nieuw gevormde cellen blijven nog lang aan haar familieleden verbonden, zoodat ze al spoedig in heele kolonies door den most zweven. De belangrijkste bestanddeelen van het druiven sap verminderen in hoeveelheid, naarmate de gistplanten zich vermeerderen. Minstens vijf zesde deelen van ’t eiwit wordt voor den groei der gistplantjes gebruikt. Van de verdwenen suiker vinden we slechts een klein gedeelte terug in het lichaam der gistplantjes; het grootste gedeelte is gebruikt voor hun stof wisseling en wordt daarbij in twee andere stoffen ontleed; nl. koolzuur, dat in duizenden belletjes ontwijkt, en alcohol, die bijna geheel in de vloeistof blyft. Zoo verzekeren de gist- cellen zich van voedsel; dat beteekent dus een groot verlies in voedingswaarde van het drui vensap! Het zware koolzuur vlak boven de vloeistof in het vat verspreidt zich slechts langzaam in de lucht. Van tijd tot tijd komt het wel voor, dat arbeiders, die voor dit ge vaar niet op hun hoede zijn, gr het leven bij JTEnSen- dalen vaiFLSu £1 vloed van eb en vloed. 1 g ^2nJ)evestigd I HOOCSTE ND tel <m’500 ff 'ip efe.--^. 6’. ..<>1,

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1906 | | pagina 343