1 A. VEEN ZOON. Sigaren 5|6 Dec. 1906. R. l. HRfiSMR. E. BRRRER, IN Dames-rfandwerken. i 17 behooronde bij de XTo. 96 van Zaterdag 1 December 1906. 1 I Uit de Raadszaal. Advertentiën. n I 15 Dec. 1905, waarbij den in oorspronkelijk iugediende plan van B. en W. - - - 5 na .51, mst EL Uppmann Carlos Diaz Fêgueros N. Bank Bella Cubana Meridiana Flor del Mundo id. Golden Nob El Aguila La Grandeza Criolla Alma id. Olga 35 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 25 25 25 25 20 20 20 20 U- Noorderiiorne SNEEK. enz. enz. en de eenigste fijne Sneeksr Boerenjongens van Vraagt de fijne Zenobia Pampas Fraziers River Pamela Miss Mary Indispensable Santiago El Voto Grogol Nicotine vrij Uni verso Oom Trip Maria Luiza Silver Crown Clown Kosmos Oost West Ons Vaderland Jack Per 1000 f 110 - 100 - 90 - 90 - 90 - 80 - 80 - 80 - 60 - 50 - 50 - 40 - 40 Kistjes van 25 25 100 25 25 25 50 25 50 50 50 100 50 50 50 100 100 100 100 50 100 50 100 100 100 100 100 125 100 50 100 100 100 50 eens en zou willen voorstellen de stukken te renvoyeeien aan B. en W. en dezen uit te noodigen met een nieuw voorstel te komen. De Voorzitter zegt, dat dit onmogelijk is, daar B. en W. geen gegevens hebben. Nu is aan de voorwaarden toegevoegd, dat de pachter deze moet verstrekken, zoo- dat er later op kan worden ingegaan. Desnoods zou men het verzoek ook voor 2 jaar kunnen toestaan, ter wijl B. en W. dan in den loop van het 2e jaar mei een voorstel tot wijziging kunnen komen. Na nog eenige discussie wordt met 8 tegen 5 stem men besloten de tolheffing voor één jaar te bestendigen onder dezelfde voorwaarden en zal de pachter worden uitgenoodigd reeds nu met de gewenschte aanteeke- ningen aan te vangen. Tegen stemden de heeren Okma, Wesselius, Hettin- ga, Miedema en Jorritsma. De heer Oppedijk had tijdens de behandeling van dit punt de vergadering verlaten. 5. Af- en overschrijving begrootingsposten van uit gaaf, dienst 1906. Dit voorstel betreft de posten voor het onderhoud en schoonhouden van het gemeentehuis, het aanschaffen van meubelen, het huren van een localiteit voor den herijk van maten en gewichten, de kosten van een vergelijkend onderzoek naar de sollicitanten voor hoofd der o.l. school te Oudega, gratificatiën aan rijks- en gemeente-veld wachters, het in winnen van een rechts geleerd advies enz., in totaal tot een bedrag van f 349. De Voorzitter zegt, dat B. en W. aan de gemeente veldwachters L. van der Werf te Scharnegoutum en IJ. Bruinsma te Oudega, ieder eene gratificatie van resp. f 100 en f 50 wenschen toe te kennen, omdat zij na het overlijden van den gemeente-veldwachter van Foeken te Nijland, dus gedurende 4 maanden, den dienst in den bewakingskring Nijland hebben waargenomen. Ook hebben genoemde veldwachters gedurende de lang durige ziekte van van Foeken die dienst waargenomen, doch B. en W. wenschen alleen rekening te houden met den dienst, gedurende de vac. te Nijland verricht. De heer Wesselius vindt de gratificatiën wat hoog en wil deze bepalen op f 60 en f 40. De heer Okma zou gaarne zien, dat in ’t vervolg, bij eene eventueele vacature, de dienst werd verdeeld over de overige gemeente-veldwachters, zoodat allen dan eene gratificatie kunnen krijgen. De Voorzitter zal zooveel mogelijk met den wensch van den heer Okma rekening houden en antwoordt den heer Wesselius, dat genoemde veldwachters nog al veel buitengewone diensten hebben moeten verrichten ge durende de vacature en ook tijdens de ziekte van den veldwachter v. Foeken te Nijland. Na nog eenige bespreking wordt het voorstel van B. en W. met algemeene stemmen aangenomen en de voorgestelde af- en overschrijving goedgekeurd. In de vorige vergadering deed de heer van Tuinen eene mededeeling over «fn onbewoonde ark aan den Speersterdijk en sprak het verlangen uit, dat die zou worden opgeruimd. De Voorzitter deelt nu mede, dat de overblijfselen der bedoelde ark reeds grootendeels zijn verdwenen. Hierop wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten. VERGADERING van den Gemeenteraad van Wymbritseradeel, op Dinsdag, den 27 November 1906, des vóórmiddags te 10*/» uur. Tegenwoordig zijn 14 leden; afwezig de heer A. H. Tromp. Voorzitter de heer H. M. Tromp, Burgemeester. Secretaris de heer J. Poppinga. Na opening der vergadering door den Voorzitter, wordt het gebed door den Secretaris uitgesproken. Punten van Behandeling: 1. Notulen van den 17 November 1906. Op voorstel van den Voorzitter wordt met algemeene stemmen besloten, de lezing dezer notulen aan te hou den tot de volgende vergadering. 2. Ingekomen stukken en mededeelingen. De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen: Een schrijven van den heer E. Hazelhoff te IJsbrechtum, dat hij onder dankbetuiging zijne benoe ming tot hoofd der o. 1. school te Oudega aanneemt en 1 Januari a. s. in functie hoopt te treden; Mededeelingen van herbenoemde en benoemde le den der Commissie tot wering van schoolverzuim, dat zij hunne benoeming als zoodanig aannemen; c. Een besluit vanGed. Staten, waarbij de gemeen te- begrooting voor 1907 wordt goedgekeurd. Naar aanleiding dezer goedkeuring, wordt op voor stel van den Voorzitter met algemeene stemmen be sloten de begroetingen voor de 12 verschillende Arm- ▼oogdijei. in deze gemeente thans definitief vast te stellen. d. Een besluit van Ged. Staten, houdende goed keuring van het raadsbesluit tot onderhandsche ver pachting van de tolinning bij de brug te Heeg aan T. Pisp aldaar; e. Een idem, houdende goedkeuring der opnieuw vrijgestelde bouwverordening; f. Een idem, geleidende het Kon. besluit, waarbij wordt goedgekeurd het raadsbesluit, om de jaarwedden van elk der beide wethouders te verhoogen tot f 250; Op voorstel van den Voorzitter worden alle voren staande ingekomen stukken voor kennisgeving aan genomen. g. Een schrijven van den heer S. Haagsma, notaris te Sneek, namens mej. de wed. en erven K.de Jong, in leven ontvanger der gem. Wymbritseradeel te Sneek, verzoekende, nu de gemeente-rekening over 1905 door Ged. Staten is goedgekeurd, hen te ontlasten van de bij acte van 3 Mei 1861 gestelde borgtocht; Met algemeene stemmen wordt besloten den Voor zitter te machtigen de acte van royement te pas- seeren. h. Een schrijven van den heer E. Hazelhoff te IJs brechtum, wegens zijne benoeming tot hoofd der o. 1. school te Oudega, eervol ontslag verzoekende met in gang van 1 Januari a. s., als onderwijzer aan de o. 1. school te IJsbrechtum; Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten, het gevraagd ontslag eervol te verleenen met ingang van 1 Januari a. s. Een schrijven van den heer W. van Eyck van Heslinga te Leeu warden, waarbij deze zich aanbeveelt voor de levering van booglampen enz. enz, en het ma ken van een globale kostenberekening etc., nu door den Baad is besloten, een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid tot electrische verlichting van dorpen, waar zuivelfabrieken zijn gevestigd. Op voorstel van den Voorzitter wordt met algemeene stemmen goedgevonden, om B. en W. te machtigen, zich met genoemden heer in verbinding te stellen tot het verkrijgen van een globale kostenberekening. 3. Resolutie van heeren Gedeputeerde Staten, be treffende den aan te leggen kunstweg van Gaastmeer naar Oudega. In de vergadering van 17 Nov. 1.1. is deze missive ook reeds ter tafel geweest en werd toen na eene uit gebreide discussie besloten, de behandeling tot heden aan te houden en inmiddels nogmaals te trachten van de betrokken eigenaren gratis afstand van grond te verkrijgen, benoodigd voor den aanleg van bovenge noemden weg. Naar aanleiding hiervan hadden B. en W. de betrok ken eigenaren uitgenoodigd tot een onderhoud in het gemeentehuis op jl. Zaterdag. Slechts een 3-tal eige naren was opgekomen, met wie de onderhandelingen niet het gewenschte resultaat hebben opgeleverd. Klaarblijkelijk wordt niet veel gevoeld voor den aanleg van een weg GaastmeerOudega en waar bij zoovele eigenaren onverschilligheid omtrent deze zaak wordt betoond, achten B. en W. het, met den hoofd ingenieur, niet wenschelijk, tot aanleg van den weg over te gaan volgens het in de vergadering van 12 Juni j.l. aangenomen plan. Beter komt ’t B. en W. voor, de door hen voorgestel de richting te nemen, waarbij een klapbrug bij Oudega niet noodig is en welke weg ook nog 500 meter kor ter is. De aanleg zou dan f 5900 in eens, voor aanleg enz., benevens een jaarlijks terugkeerende som van plm. f 400 voor onderhoud enz., minder vorderen. B. en W. stellen dan ook voor, mede overeenkomstig t noemen. De heer Oppedijk geeft in overweging, nu er zoo weinig belangstelling voor een goeden weg wordt on dervonden, eenvoudig een verhard voetpad aan te leg- 2713 meter en wordt de richting vanaf den weg, loopende van Gaastmeer naar Heeg, door de kleine Gaastmeer tot de boerenhuizinge van den heer H. vd. Meer en van daar westwaarts door de landen van den heer Ketelaar en de fam. Hijlkema, aansluitende aan den weg van Oudega naar Sandfirden. De kosten zijn begroot op f 22.300. Tegen stemden de heeren vd. Leij, Wesselius, Het- tinga, Miedema, Jorritsma en Oppedijk. 4. Adres van Anne Cnossen te Heeg, om hem opnieuw onderhands te verpachten den tol op den weg van Hommerts naar Heeg. Wijl het Kon. besluit van bovenbedoelde tolheffing werd goedgekeurd tot 12 Mei 1913, van zoo jongen datum is, hebben B. en W. geen vrijmoedigheid gevonden, reeds nu eene wijziging in het toltarief voor te stellen en geven zij in overwe ging, aan adr., voor den tijd van 3 jaar, ingaande 12 Mei 1906, onderhands te verpachten de tolheffing op den weg van Hommerts naar Heeg, tegen een jaarlijksche pachtsom van f 584, welke som ook nu door hem wordt betaald, onder voorwaarde, dat de pachter volledige aanteekening moet houden van de verschillende pas- seerende rijtuigen enz., waarvoor tol wordt betaald, opdat deze aanteekeningen dan als leiddraad kunnen dienen bij eene later eventueel te wijzigen tolheffing. De Voorzitter licht toe, dat deze laatste bepaling B. en W. noodzakelijk voorkwam, omdat men nu geen enkelen grondslag heeft, waarnaar het tarief zou kun nen worden gewijzigd. Het komt B. en W. niet wenschelijk voor, om op het verzoek van adr., om f 50 minder pacht te betalen, in te gaan, aangezien ook van andere zijde een bod van f 584 is ontvangen. De heer Wesselius herinnert, dat bij de behandeling der begrooting voor het volgend jaar, in beginsel werd besloten tot geleidelijke opheffing dezejJoL-te geraken. Tt.si* RpIIp'zh Spr. had verwacht, dat B. es -W.nu vooraf met een voorstel tot wijziging van hef toltarief waren gekomen. Spr. acht het voojstei van B. en W. in strijd met het uitgesproken verlangen van den Raad en zal daarom tegen stemmen. het advies van den provincialen hoofdingenieur, het raadsbesluit van 12 Juni 1.1. in te trekken en tot aan leg van een weg GaastmeerOudega over te gaan, volgens de richting, als toen door B. en W. werd voorgesteld. De Voorzitter deelt nog mede, dat een adres is in gekomen van de familie Hijlkema, waarbij zij te kennen geeft, dat, indien mocht worden besloten de richting van den aan te leggen weg over het haar toe- behoorend land te nemen, zij zich tot het laatst daarte gen zal verzetten. De heer Wesselius spreekt zijne verwondering uit over het voorstel van B. en W., te meer waar ook de beide wethouders in de vergadering van 12 Juni voor de toen aangenomen richting hebben gestemd. Spr. verklaart tegen het voorstel van B. en W. te zullen stemmen. Daar de fam. Hijlkema zich tot het laatst zal verzetten tegen het plan van B. en W., gaat men een lange lijdensgeschiedenis tegemoet, in strijd met de belofte aan.Ged. Staten, om zoo spoedig mogelijk een voldoend voetpad aan te leggen ten dienste van de kinderen, die van uit Gaastmeer de o. 1. school te Oudega wenschen te bezoeken. De kwestie loopt z. i. hier over een meerdere subsidie van f 700 van de Prov. Staten. Spr. gelooft echter dat Ged. Staten wel zullen voorstellen die meerdere subsidie te geven voor de lan gere, eens aangenomen richting. De Voorzitter herinnert, dat de zaak van den weg nu geheel anders staat dan in Juni j.l.; toen hebben de wethouders hun stem gegeven voor het plan-Hettinga, met eene doorsnijding van het land van den heer One ïdes. Spr. zegt, dat ’t adres van de fam. Hijlkema op hem geen gunstigen indruk heeft gemaakt en merkt den heer Wesselius op, dat het hier niet alleen gaat om een meerdere subsidie van f700, doch ook om een hooger kostenbedrag van bijna f 6000 voor den aanleg en van pl. m. f 400 meer jaarlijksch onderhoud van den weg. Ook de heeren Hokwerda en de Boer spreken zich in dezen geest uit. De heeren Hettinga en Miedema herinneren er aan, dat voor aanleg van den weg volgens het eens aange- De heer Okma is het met den heer Wesselius nomen plan, door verschillende belanghebbenden gel delijke bijdragen of gratis afstand van grond, of ook wel beide, zijn toegezegd. Dit zal de kosten van aanleg belangrijk verminderen, terwijl bij de richting van B. en W1 geen weidelijke toezeggingen zijn gedaan en den benoodigden grond tegen hoogen prijs moet worden gekocht. De heer Jorritsma zegt, dat in de vergadering van 12 Juni werd opgezien tegen een procedure voor de onteigening van land van den heer Oneïdes. Toen is daaraan tegemoet gekomen door een brug bij Oudega in het plan op te nemen. Nu schijnen bij B. en W. de bezwaren van onteigening niet meer te gelden voor het land van de familie Hijlkema. In beide gevallen zal het een lange lijdensgeschiedenis worden en dan komt ’t spr. voor, dat de eens aangenomen richting de verkieslijkste blijft. De Voorzitter antwoordt dat B. en W. niet uit eigen beweging op hun plan zijn teruggekomen, doch de missive van Ged. Staten heeft daar aanleiding toe ge geven. Aan de eene kant heeft men nu het dure plan, aan de andere de bezwaren van onteigening, ’t geen spr. een langdurige en kostbare zaak blijft De heer 0^ weinig belangstelling voor een goeden weg wordt 1 - J!1Jl.ii__ gen, waarmee aan den eisch van Ged. Staten, gesteld als voorwaarde voor de opheffing der o. 1. school te Gaastmeer, is voldaan. De heer Ages is van meening, dat, indien toch ont eigend moet worden, de richting beter over het land van den heer Oneïdes kan worden genomen, waardoor ook de brug bij Oudega zou kunnen vervallen. De heer Oppedijk kan zich hiermede ook wel ver- eenigen, omdat er toch onteigend moet worden. De heer De Boer en de Voorzitter geven in over weging er geen nieuw plan meer bij te halenhier door zou de zaak nog meer tijd eischen. Ook de heer Okma is deze meening toegedaan. Na rijpe overweging kan spr. zich voor ’t voorstel van B. en W. verklaren. Men gaat dan wel een lange lijdensweg tegemoet, doch deze wordt den Raad op gelegd door Ged. Staten. De heer Wesselius meent, dat ook bij aanleg van andere wegen niet steeds als eisch is gesteld dat de benoodigde grond gratis wordt afgestaan, gelijk nu de hoofdingenieur wil. Spr. noemt een dergelijke eisch onbillijk. Nu men in de gelegenheid is ook het dorp Idzega uit zijn isolement te verlossen, komt hem de eens aangenomen richting de verkieselijkste voor. De Voorzitter zegt, dat vroeger meer medewerking werd ondervonden. Nadat nog de heeren Hettinga en Miedema het in de vergadering van 12 Juni aangenomen plan hebben verdedigd en meerdere leden het voor en tegen te berde hebben gebracht, worden de discussies door den Voorzitter gesloten. Tot stemming overgaande wordt het voorstel van B. en W. met 8 tegen 6 stemmen aangenomen, zoodat het raadsbesluit van 12 Juni is ingetrokken en de richting van den weg wordt genomen volgens het oorspronkelijk iugediende plan van B. en W. Volgens dit plan krijgt de weg eene lengte van BIJVOEGSEL SNEEKER COURANT I t ffijiMsl GrDssieriGrij.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1906 | | pagina 379