Jl y De bloedarmoede is genezen. I. I r h Uil PZ A Mi j f Reclames. k ƒ- IH Ml? Plaatselijk Nieuws. j BEKENDMAKING HINDERWET. Aar 101 11 166 264 128 270 52 1 3 4 I E B S V ■i - De begrafenis van Mr. Dirk Alma. - ten 5 laat me Lemmer. Bruins, Briefkaarten. IJssel, die de benoeming reeds heeft aangenomen. waar ze verbluft wa wi, aai zei bet nk Pil Me Bo vai doe t f- f - I 1. 2. pacl tege jaar Seci S 5 G rare Jou Kar Tjee Jan van G pert O rina Anr U ze st aa ui bt ri( ve ur te: m« PÜ en m< bli Ni mi W( ee W( M( lei vo )j ;e- g0 1 en bot F B der bek tot de i gen oogenbhk bleef hij steken, kuchend en schrapend. Zij glimlachte, maar het meisje keek vertrouwende oogen naar hen I bevolking der gemeente, die hem zoo lief was, hier bij de geopende groeve een woord van innigen, diepge- voelden dank breng aan den voor ons te vroeg ont slapen burgemeester Alma. De gemeente beeft zeer veel in hem verloren; de vele corporation, waarin hij zitting had, zullen hem noode missen. Maar, wat te zeggen van zijn echtgenoote en kin deren, die een braven man en vader zien ten grave dalen. Laat ’t hun de beste troost zijn, zich te her inneren wie en wat hij was. Die herinnering zij ook voor ons allen en den ge meenteraad in ’t bijzonder een richtsnoer, om, zoolang we kunnen, zijn voetspoor te volgen in de betrachting van het vele wat ten zegen kan zijn van de gemeente, voor wier belangen hij alles wilde zijn. Rust zacht, vriend Alma* De heer V. Loosjes nam toen ’t woord namens Curatoren van ’t Gymnasium »Er gaat veel in mjj om, mijn beste vriend Alma,< zegt spreker, »nu ik sta bij de plaats, waar straks uw stoffelijk overschot rusten zal. Jarenlang kwam uw gulle vriendschap mij tegemoet, was uw gastvrije hui selijke kring voor mij geopend. Hoe menig aangenaam gesprek hebben wij gevoerd en hoe vaak ons in oude herinneringen verdiept betreffende de stad waarbinnen ons beider wieg stond, die ons beiden zoo lief was. Maar ik mag niet op deze wijze voortgaan, het zou zelfzuch tig wezen,waar aangename plicht mij wenkt te herdenken hetgeen gij voor anderen waart. Van het collegie van curatoren, dat in u jaren lang zijn voorzitter bezat, mocht gij de ziel heeten. Gij waart een vriendelijk, een hoofsch, een nauwgezet curator. Vriendelijk te genover leeraren en leerlingen, hoofsch tegenover de autoriteiten, met wie onze school in aanraking pleegt te komen, nauwgezet bij den arbeid, die voor u in deze was weggelegd en dien ik als secretaris van ’t collegie jaren in de gelegenheid was gade te slaan, üw heen gaan is ons een zeer groot gemis, uw plaats zal moeilijk worden vervuld. Maar wie u ook zullen missen, dat is de Doopsge zinde gemeente en haar kerkeraad. Gedurende zeer langen tijd beheerdet gij twee harer fondsen met on verdroten zorg, die soms bezorgdheid werd. Maar niet enkel de stoffelijke belangen der gemeente ondervonden uw toewijding, ook de geestelijke hadden uw hart. De burgemeester van Sneek behoefde het woord der Schrift niet op zich toe te passen«Laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben*, want hij was een trouw kerk ganger, die nog den laatsten Zondag vóór zijn dood zich geheiligd heeft door ’t bijwonen der godsdienst oefening. Hij was mensch en dus evenals wij allen, niet vrij van gebreken en onvolkomenheden, die mee soms zijn natuurlijke blijmoedigheid omfloersten, en zijn levensstrijd hebben vermeerderd. Maar er is toch zeker niemand onder de velen, hier tegenwoordig, die niet te zijnen opzichte het woord wil doen gelden »de gedachtenis des rechtvaardigen zal tot zegening zijn.* Rust dan in vrede, trouwe broeder, of liever smaak thans den hoogeren vrede, dien God zijnen kinderen bereiden wil, en die, naar wij biddend vertrouwen, ook uw deel zal zijn.* Daarna sprak de heer H. Fennema: »De Spaarbankvereeniging in deze gemeente heeft ha ren kassier en de Vereeniging tot aanbouw van wo ningen haren Voorzitter verloren. Ook in die beide betrekkingen zal de verdienstelijke man, aan wien wij de laatste eer bewijzen, moeilijk te vervangen zijn, want in het bijna 40-jarig tijdvak, waarin ik het voorrecht had met hem in vriendschappelijke betrek king te staan, vestigde zich bij mij meer en meer de overtuiging, dat zijn groote verdiensten vooral tot hun recht kwamen op administratief gebied. Misschien zal dit eenigszins vreemd klinken in de ooren van zoovelen, die herhaaldelijk kwamen onder de bekoring van zijn welsprekend woord. Wat was echter het geheim van den grooten indruk, dien dat woord maakte? Dat het gelijk alle ware welsprekend heid voortkwam uit zijn gemoed. En ook daaruit sproten de ijver en de toewijding voort, die hij over had voor het werk van de cijfers. Voor hem waren dat echter geen dorre cijfers. Ze brachten hem het werkelijke leven, met zijn licht en schaduw in beeld. Met afkeer en verontwaardiging wendde hjj zich af van de groepeeringen, die den ernstigen mensch doen zien, hoe, door alle tijden heen, maar vooral ook weder in onze dagen, zoovelen er naar trachten zonder ingespannen arbeid, in den kortst mogelijken tijd, een vermogen te verwerven. Daarentegen had hij oog voor de poësie van de cijfers, als deze hem andere en betere eigenschappen van den mensch voor den geest brachten. Daarom was zijn werkkring hem zoo lief bij de twee instellingen, die ik noemde. Daar nam hij waar in en achter de cijfers: spaarzaamheid, arbeidzaamheid, zorg voor de toekomst en al die andere deugden, die, bij al de moeielijkheden in de maatschappelijke toestanden, zooveel kunnen bijdragen tot verbetering. In deze omgeving en op dit oogenblik mag en kan ik hiervan niet meer zeggen. Ik eindig daarom met op de laatste rustplaats van De burgemeester heeft me van morgen verteld, dat het praatje gisteren de ronde deed, dat u me verhaald heeft, maar dat van Eggen hem gezegd had, het ge- heele verhaal uitzijn duim te hebben gezogen, om zijn vriend, mijnheer de Bock, eens voor den gek te hou den. ’t Heeft dien armen mijnheer Pietersen ook nog een geweldige teleurstelling bezorgd, want die had het nieuwtje gehoord, terwijl hij in Vieren was en is toen dadelijk hierheen teruggekomen. Ik zat gister avond in de tram met hem en nog een ander, een ze keren mijnheer Verbeek, blijkbaar zijn toekomstigen schoonzoon. Dat is mijn zoon, dat zal niet gebeuren, hij krijgt die straatarme dochter van Pietersen nooit, zeg ik je, riep de heer Verbeek plotseling uit, zijn bewering met een heftigen vuistslag op de tafel bezegelende. En toen de inspecteur, van den schrik bekomen, in een hartelijken lachbui losbarstte, was de heer Ver beek al op straat. Thuis gekomen vond hij de geheele woning leeg en doodmoe van al de opwinding liet hij zich in de veranda op een stoel neervallen. Dat was een geluk voor het jonge paar. Want terwijl hij daar zat, hoorde hij hoe zijn dienstbode in de aangrenzende keuken het geheele verslag van zijn reis naar R*'* aan een vriendin vertelde (wat ze niet weten kon, be dacht ze er maar bij) en daarbij maar al te duidelijk deed uitkomen dat zijn onwil, om in het huwelijk van zijn zoon met Alice toe te stemmen, oorzaak van al les was. Zoo ga ik de geheele stad door over de tong en dan heeft die lamme Van Eggen het pleizier er van, dacht Verbeek, geërgerd. Hij peinsde en peinsde nog lang over de zaak, toen volgden nog de smeekbeden van zijn vrouw en van zijn zoon en vier weken later was laatstgenoemde met Alice Pietersen ondertrouwdl ifffli ma cooi dienst De' huur v nis be'7 P. R. Voss Rochester. J. J. Raqinit, Paris. Met ingang van 1 Dec. is de kommies le klasse bij de directe belastingen, J. van Lintei, verplaatst van Sneek naar Coevorden. Tot onderwijzeres aan de «Jan van Nassauschool* alhier is benoemd mej. J. Dekker te Ouderkerk a.d. handelscorrespondentie en vaklitteratuur aan de rjjks- zuivelschool te Bolsward, de heer L. van Rossen alhier. Benoemd tot onderwijzer aan de Geref. school te Oppenhuizen, met ingang van 1 Maart 1907, de heer A. B. Adema te Nieuwendijk. Aan de 2e Chr. school te Twijzel is tot onder wijzer benoemd de heer W. van der Meulen te Abbega. De geldelijke uitkomsten der in de maanden Juli en Augustus te Leeuwarden gehouden nijverheids- tentoonstelling zijn van dien aard geweest, dat de aan deelhouders in het waarborgfonds slechts f3.75 per aandeel van f 25 behoeven te betalen. Daarvoor heb ben zij echter gehad een doorloopende kaart voor de tentoonstelling en alle feestelijkheden, waarvan de prijs voor niet-aandeelhouders f 6 was. In de heidedorpen in de gemeente Achtkarspelen, met eene groote, arme arbeidersbevolking, zal van gemeentewege dezen winter begonnen worden met heideontginning als middel tot werkverschaffing. Ruim 12 H.A. heidegrond is voor dat doel aangekocht. Het daggeld zal 65 ct. bedragen. Het Groene Kruis. Naar aanleiding van het in de vijfde algemeene vergadering van de prov. Friesche vereeniging »Het Groene Kruis* genomen besluit tot de stichting van een ontsmettings- en waschinrichting te Leeuwarden, is thans door het hoofdbestuur van genoemde vereeniging aan belangstellenden een circu laire verzonden, waarin na een korte uiteenzetting van het groote belang voor de provincie van een der gelijke inrichting, wordt opgewekt de totstandkoming dier zaak te steunen door in een ten behoeve daarvan aan te gane rentelooze leening een of meer aandeelen ad f 100 of onderaandeelen ad f 5 te nemen. Waar het besluit tot stichting van de ontsmettings- en waschinrichting met een aanzienlijke meerderheid werd genomen, waar zeker door niemand de behoefte er aan voor onze provincie kan worden ontkend, is het te verwachten, dat het hoofdbestuur in zijn ver trouwen, dat de leening groot f 10.000 weldra zal zijn geplaatst, niet zal worden beschaamd. Aan den Binnen-Amstel te Amsterdam werd door den schipper Jarensma zijn knecht Jacob van Gendringen in ’t vooronder van het schip dood gevon den. Bij schouwing bleek het, dat hij door kolendamp was gestikt. Noodlottige brand te Beusichem, bij Culemborg. Hedennacht is brand ontstaan bij de weduwe C. van Zanten. De vrouw, haar zoon en twee kleindochtertjes zijn in de vlammen omgekomen. deSpaarbank èn voorde Vereenigingtol aanbouw van woningen heeft gedaan, eene hulde die ik aanbied aan zijne beide zoons, voor wie in zijne nagedachtenis zulk een heerlijk voorbeeld van burgerdeugd overblijft. De beer Joh. van Akkeren, die namens ’t personeel der Secretarie sprak, zei ongeveer ’t volgende: Al staat een boom in ’t bosch nog zoo vast, en een eik in de laan nog zoo fier, als de houthakker zijn bijl daarin drijft, moet hij vallen. Zoo ook met een mensch, wanneer zijn kracht wordt aangeraakt en ’t merg in zijn beenderen wordt geroerd, dan moet ook hij sneven.' Zoo is ’took gegaan met den man, wiens stoffelijk overschot zoo even in deze kille groeve is neergezet. Voor korten tijd hebben wij hem nog mogen geluk- wenschen met zijn 62sten verjaardag en hoopten toen dat aan die jaren nog vele mochten worden toege voegd. Dat heeft niet zoo mogen zijn. God heeft ge sproken: «Tot hiertoe en niet verder*. En nu staan wij ambtenaren hier, en wat zullen wij zeggen? Ja, hij was wel onze superieur, maar bovenal onze vriend. Hoe dat kwam? Doordat wij wederkee- rig elkaar begrepen en verstonden, waardoor ’t admi nistratief werk veel werd verlicht. 21 jaren lang heb ben wij met hem ’t administratief veld betreden, vele doornen en distelen hebben we daarop ontmoet, doch ook vele bloemen hebben we daar mogen plukken, waarvan wij den geur en den fleur gezamenlijk hebben gedeeld. En nu, geliefde doode, uw voetstap zullen we niet meer hooren en uwe stem niet weer vernemen, maar uw naam en uw vriendschap zullen bij ons steeds in dankbare herinnering blijven. En wanneer ’t waar is, en dat is waar, en dat ook wij hopen dat we door Gods genade in de eeuwige heerlijkheid zullen kunnen ingaan, dan hopen wij dat ook voor u. Dan roepen wij u toe «Tot weerziens Uw stof ruste in vrede!* En de vriendelijke zon, die zich den ganschen dag schuil had gehouden, liet zich bij die laatste woorden even zien, alsof zij met dat «vrede* een harmonisch geheel wilde vormen. De heer Bergmans sprak namens de onderwijzers en onderwijzeressen van de Openbare Lagere Scholen in de Gemeente, een woord van hulde en dank. Toen Burgemeester Alma in 1885 zijn ambt aanvaardde, was hij door de onderwijzers met ingenomenheid begroet en hadden zij hem hunne belangen en die van het onder wijs aanbevolen. Burgemeester had toen betuigd, dat hij het L. O. hoog waardeerde en hij gaarne allen zou steunen bij het vervullen hunner taak. Nu ligt er 21 jaar achter ons en de belofte is vervuld. Want Bur gemeester Alma was den onderwijzers welgezind. Steeds was hij gereed, gehoor te verleenen aan allen, die zjjn hulp en steun inriepen. Hoe kon hij hen be moedigen, die in moeilijke levensomstandigheden tot hem kwamen. Aan eene betere inrichting der school gebouwen werd door hem, met steun van heeren Wet houders er Raadsleden, alle zorg besteed; 14 November 1.1. zou voor spreker onvergetelijk zijn. Toen had hij een langdurig onderhoud met Burgemeester en Secre taris omtrent schoolbelangen. Ongezocht bleek het, dat de dag een gedenkdag was: Voor Burgemeester als datum van de eerste Raadsvergadering, die hij had geleid, voor spr. wegens komst in de Gemeente. Zoo hartelijk was nog het afscheid geweest. Voor zeker, hij mocht getuigen, dat de nagedachtenis van Burgemeester Alma bij de onderwijzers in eere zou worden gehouden. En eindelijk ’t woord aan den burgemeester van Bolsward, den heer v. d. Veen, in kwaliteit van mede bestuurder van den Mac-Adamweg Sneek—Bolsward. Hij schilderde den overledene als een man met ka rakter, van wien hij nog veel had geleerd. Namens de Weduwe en de Kinderen bedankte de oudste zoon, de heer Dr. L. Alma, leeraar aan ’t Gym nasium te Utrecht, voor de eer zijn edelen vader be wezen. ’t Was een ware uitkomst voor de bewoners van ons platteland, dat de morgen van den Dinsdag vóór Sinterklaas zich zoo heerlijk liet aanzien. ’t Mottig weer van de laatste dagen, weken mogen we gerust zeggen, dat hen zoo lang opgesloten hield, heeft er zeker veel toe bijgedragen, dat ’t opklarende weer van 4 Dec. honderden boertjes en boerinnetjes naar onze St. Nicolaastafels had gelokt. ’t Grootzand was als vele andere jaren met zoovele wandelaars bezet, dat er op ’t Scharn vaak stop moest worden gezet, opdat de ontmoetenden elkander zouden kunnen passeeren. Of onze neringdoenden van dat druk bezoek hebben geprofiteerd? De een klaagde, een ander was matig tevreden, een derde had ’t goed gehad, maar de mees ten oordeelden, dat, ouder gewoonte, ’t aantal kijkers dat van koopers weer verre overtrof. Wie er ’t best bij zijn gevaren? Onze kasteleins, die natuurlijk gaarne bereid werden gevonden,de vermoeide en hongerige wandelaars te restaureeren. Gisterenmiddag werd naar de boot van de firma Martin k Co een petroleum wagen gebracht, die, naar men meedeelt, te Rotterdam moest worden gerestaureerd. Nadat de bedoelde wagen op de boot was geladen, schrokken de paarden van een daar staande ladder. De dieren liepen achteruit en geraakten te water. Met veel moeite wist men ’t span weer op den wal te krijgen. Gisterenavond had alhier in de Nieuwe Stads herberg, ten overstaan van den notaris H. Fennema de finale toewijzing plaats van 2 burgerluizen, fabrieks gebouwen en bouwterreinen aan de Geeuw alhier, van de Naaml. Venn. Fabriek van marmerwerken, voorheen G. J. Gooi. De 4 perceelen werden bij samenvoeging gekocht door de firma D. van derWerf Gzn., handelaars in bouw materialen te Bolsward, voorf 11323. Een aandeel groot f 100 in de Sneeker Stoombootmij «Nijverheid* werd toegewezen aan den heer S. de Jong voor f 60,25. Postkantoor te Sneek. Lijst van de aan dit kantoor en de daaronder behoorende hulpkantoren ter post bezorgde brieven en briefkaarten, welke wegens onbekendheid van de geadresseerden niet zijn kunnen worden uitgereikt. 2e helft der maand November 1906. Brieven «De Pink Pillen genezen de bloedarmoede,* «Zooals het brood den honger geneest.* De bloedarmoede komt voort uit een gebrek in de voeding, veroorzaakt door maagstoringen of eenvoudig door gebrek aan levensvocht. De Pink Pillen geven bij iedere dosis bloed. Zij doeu niets dan dat, maar zij doen het goed. Daar nu de zenuwen haar voedsel on middellijk uit het bloed putten, is de werking dier pillen op het zenuwstelsel zeer dikwijls merkwaardig, en zij hebben talrijke gevallen van zenuwstoringen genezen, die te voren aan gewone behandelingen had den weerstand geboden. »Ik heb veel geleden aan ernstige bloedarmoede met bleekzucht gepaard, schrijft ons Mejuffrouw Petronella Pietersen te Dongen. Langen tijd had ik een buiten gewoon bleeke kleur en was uiterst zwak. Ik zag er heel slecht uit, at niet meer en sliep niet meer. Ik ging alle dagen achteruit en ik weet niet, wat er ge beurd zou zijn indien ik de Pink Pillen niet had ge nomen. Ik heb alle soorten van middelen gebruikt om genezen te worden, zonder eenige verbetering te on dervinden. Dank zij alleen de Pink Pillen heb ik spoedig een uitmuntende gezondheid weergekregen. Ik ben daarvoor zeer erkentelijk.* Mejuffrouw Petronella Pietersen, geboren Bax, woont te Dongen, bij Breda. De Pink Pillen ondersteunen de krachten der jonge meisjes en bevorderen hare ontwikkeling en haar groei. Zij zijn ten allen tijde een uitmuntend nuttig middel voorde vrouw, van af hare eerste jeugd tot op den kritieken leeftijd. Zij zijn alzoo aangewezen voor moe ders, wier gezondheid is geschokt door veelvuldige bevallingen, en aan vrouwen die door zorgen en ver driet zijn uitgeput. Zij zijn onovertroffen tegen bloedarmoede, bleek zucht, neurasthenie, algemeene zwakte, maagkwalen, scheele hoofdpijn, zenuwlijden, heupjicht, St. Vitus dans. Prijs f 1.75 de doos, f 9.per 6 doozen. Verkrijg baar bij Snabilié, Steiger 27, Rotterdam, hoofddepöt- houder voor Nederland en Apotheken. Franco toezen ding tegen postwissel. Ook echt verkrijgbaar voor Sneek en Omstreken bü Joh. W. Mejjer. t met groote, beiden op. En dit, bromde hij, is van paatje. 1,- Zij huiverde, het kwam te plotseling; er was iets, o! er was iets paatje, die er- gens heel ver op reis is, maar mij een briet geschreven heeft, of ik je dit geven wou, hij schraapte wéér als je nog even zoet was als vroeger en nog altijd even lief voor je maatje. Hij vroeg mij ook, je te zeggen, dat je altijd aan hem moet denken, dat je hem nóóit en nóóit moogt vergeten, ook al blijft hij nóg zoo lang op reis. Zal je dat niet Nee, mijnheer Sint Niklaas. En ten slotte vroeg hij me, je hartelijk te groeten, jou en u ook mevrouw. Hij boog zich over haar om haar te kussen. _Ajfaar Truus, zenuwachtig van blijdschap en 'nning met het groote pak, liep al weg. voorw^ ,ing hij heen onder eers moeder staarde hem na. Die Inlichtin— en zij had geméénd der Bank, had ze gedacht onmogelijk. Ze ten der pr°kken van de gedachteZe moest vn om T^n' rei vvzjl ze, voor haar schemerende oogen, hem naar de deur zag gaan, zonk ze neer op een stoel... Maar ze vermande zich. Ach, onzin! En het was zondig, daaraan te denken! En toch naderde het iets, het vreemde, naderde, zwaarder, kneep haar keel bijna dicht!... De Sint aarzelde heen te gaan. En ineens voelde ze, dat het waar was! Maar hij,... hij stond al in de deur, deed haar achter zich toe en schopte er even, héél even tegen met de punt van zijn voet... Toen vloog zij hem na, wierp zich in de gang aan zijn voeten. En ze kreet van ont steltenis èn van blijdschap: Man! Willem! Mijn man! Hij, nader komend, struikelde over zijn tab baard. N. A. C. Gisterennamiddag twee uur had de teraardebestel ling _plaats van ’t stotfelrjk omhulsel van hem, in .._®£Iis bezit we ons nog voor weinige dagen verheugden. Een schat van bloemen volgde den lijkwagen. De sombere stemming, waarin allen verkeerden, die onzen burgemeester hoogachtten, was in volkomene overeenstemming met ’t grauwe zwerk, dat zwaar neerhing tijdens den tocht naar den doodenakker. ’t Klokgelui verhoogde de droevige plechtigheid. Op de Marktstraat gekomen, sloten de verschillende corporatiën zich bij den stoet aan. Bij de geopende groeve werd allereerst ’t woord gevoerd door onzen oudsten wethouder, den heer P. Fennema, die, diep onder den indruk van ’t geleden verlies, nauw hoorbaar ’t volgende zei »Wij allen, die heden de droeve gang hebben ge maakt om onzen burgemeester naar zijn laatste rust plaats te begeleiden, zijn diep doordrongen van ’t groote verlies, dat onze gemeente heeft geleden. Dinsdag jl. kwam tot ons ’t bericht van zijn onge steldheid, maar wie kon vermoeden dat ’t leven zou worden afgebroken van hem, van wien we meenden nog zooveel te kunnen verwachten. Toen dan ook zijn heengaan werd vernomen, heerschte er verslagen heid in de gemeente, ’t Was bijna niet te gelooven, nog zoo kort geleden hadden we hem gesproken of gezien. Van hem kan gezegd worden dat hij heeft gewerkt zoolang het dag was, totdat de nacht kwam en hij niet meer werken kon. En wat hij gewerkt heeft, weten het allereerst zij, die geroepen waren om met hem de belangen der gemeente te behartigen. Een-en- twintig jaren heeft hij zich gegeven voor de belangen van Sneek, en zij, die zich herinneren de woorden van belofte, gesproken op den gedenkwaardigen 28en October 1885, weten dat deze woorden geen ijdele klank zijn geweest, maar tot volle uitvoering zijn gekomen. ’t Tö daarom, dat ik namens ’t Dag. Bestuur, den Och vrouw, laat me met rust, ik moet naar den inspecteur toe. Wat inspecteur, welke inspecteur? Och, van de telegraphie natuurlijk, laat me nu maar met rust en ga naar huis, ik kom je dadelijk achterna. Ja, maar... Neen ik heb nu geen tijd hoorl Meneer Ver beek stapte haastig de Stadsherberg binnen, juist waren aangekomen, en liet zijn vrouw op straat achter. Weinige minuten later zat onze man in de opkamer van de herberg tegenover den inspecteur. En nog eenige minuten later had hij zijn hakkelende inleiding er uitgebracht, zijn bleuheid overwonnen en verhaalde nu van het onbehoorlijk gedrag van den directeur van Eggen, die de inhoud van een telegram zoo maar aan de groote klok had gehangen. En nu vraag ik u toch meneer de inspecteur, nu vraag ik u toch in gemoede, als zoo iets mogelijk is, wat blijft er dan over van het telegramgeheim. Geen steek immers, geen spatje. Dan kan ik immers geen enkel bericht meer ontvangen zon der dat een ander het fijne van de zaak weet. Aan zulk een schandelijk gedrag moet, dunkt mij hoe eer hoe beter paal en perk gesteld worden. Maar, vroeg de inspecteur op eens, toen de woor denvloed van den heer Verbeek, die bij het glimlachend toehooren van den ander steeds heftiger was gewor den, even ophield, weet u nu wel zeker dat er zoo’n telegram gekomen is en dat mijnheer van Eggen het niet maar zoo voor de grap gezegd beeft? Verbeek, alsof hij plotseling in een nieuwe omgeving was getooverd, zette een gezicht als een vraagteeken, maar bracht geen woord uit, en de inspecteur ver volgde BURGEMEESTER en WETHOUDERS van SNEEK, Gelet op de desbetreffende bepalingen der Hinderwet brengen bij deze ter openbare kennis, dat ter S tarie dier gemeente ter visie ligt een bij hun col ontvangen verzoekschrift met bijlagen van de Naamlooze Vennootschap «Noorder Kandijfabri. te Sneek, strekkende tot het erlangen van vergunning r tot uitbreiding der Kandijfabriek, kad. bekend gemeente Sneek, sectie A, no. 1946, staande aan de Verlengde Westersingel Dat op Woensdag, den 19 December 1906, des middags te 12 uur, ten gemeentehuize aldaar gelegenheid zal worden gegeven om tegen het gedaan verzoek bezwaren in te brengen en deze mondeling of schriftelijk toe te lichten en dat zoowel de verzoekster als zij, die bezwaren hebben in te brengen, gedurende drie dagen voor evengemeld tijdstip ter Secretarie der gemeente, in de gewone bureau-uren, van de ter zake ingekomen schrifturen kennis kunnen nemen. Sneek, den 5 December 1906. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P., FENNEMA, loco-Burgemeester. JAC. VAN DER LAAN, Secretaris. gemeenteraad en allen, die in ambtelijke betrekking onzen hooggeachten Vriend, een eerbiedige en dank- Bij Kon. besluit is benoemd, voor het tijdvak van luw gedaan zijn. Piet was een beetje schor;

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1906 | | pagina 384