I
J1EEW8- EK ADVERTENTIEBLAD SJIEEE E» «ISTREEE5.
Het Bier.
De tweede vrouw.
f
l'
I
Feuilleton.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
I
J
V
x
t-
Tizu
Notans BLi Ktnr=
lS
r,
I
haar
I
f
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,60.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
Naar het Duitsch.
n
e
i,
:r
ie
n
e
zoete
aanwezige eiwitstoffen
voegt er de vrouwelijkc I
(soms ook hop-extract) aan toe, èn omdat deze
allerijl worden de toebe-
om de jonge kiem van voed-
tot op
60 a 70° C.
gehouden
Het middenpunt van het leven ligt in den kring
der dagelijksche plichten.
Sommige menschen schijnen niet in staat te zijn
zich hunne eigen kindsheid te herinneren, en geven
aan de kinderenden indruk dat ze nooit kinderen zijn
geweest.
verfde4
in suiker.
meer de kiem groeit, hoe minder de
wordt, die er voor den brouwer over-
Daarom moet er aan het groeien tijdig
eind worden gemaakt; d. w. z. wanneer
er genoeg diastase gevormd is, want om deze
alleen is het den brouwer voorloopig te doen.
Dit is het geval na 10 a 14 dagen, als er uit
de korrel een spruitje te voorschijn gekomen
is ter lengte van ongeveer l1/, maal die van
de korrel en de gerst draagt dan den naam
van mout. Tengevolge van den arbeid, die er
aan ten koste is gelegd, is ze natuurlijk duur
der geworden; door de ontkieming is echter
haar voedingswaarde verminderd. Het mout
wordt nu naar den eest-uloer gebracht. Deze
bestaat tegenwoordig meestal uit twee roosters
van kopergaas, waarvan de eene op circa 1
Meter afstand boven den anderen ligt. Door
het stoken van niet te warme vuren of het
doorvoeren van een stroom heete lucht wordt
op den bovensten vloer bij eene matige tem
peratuur (30 a 40°) het water uitgedreven en
vervolgens op den ondersten tot een tempera
tuur van soms wel 100° verhit, waardoor de
kiemen geheel uitdrogen en sterven.
Zij worden tevens heel broos; zij vallen dan
ook, zoo het niet reeds geschied is, bij de ver
dere bewerking af en worden door bijzondere
daartoe ingerichte werktuigen verwijderd. Al
te lang, daar de gerst in ’t laatste geval haar I
kiemvermogen verliest.
Vervolgens wordt het met groote houten
schoppen opgeschept en op den moutvloer
gestort. Deze is meestal van steen. In Beieren i
(het echte bierlandl bestaat hij zelfs uit mar- 1
meren platen, die nauwkeurig aaneensluiten,
om ’t achterblijven en beschimmelen van kor
rels tusschen de naden waardoor het mout
bedorven zou worden te voorkomen. Wel
dra hebben in de uitgespreide geweekte
gerst de gewone groeiverschijnselen plaats.
Uit de lucht wordt zuurstof opgenomen. Bij
de verbinding van de koolstof in de korrels
met zuurstof tot koolzuurgas wordt zeer veel
warmte ontwikkeld. Beide, de voortgebrachte
warmte en het koolzuur, zouden nadeelig zijn
voor het kiemingsproces en daarom moet de
laag telkens omgewerkt worden met schoppen.
Een zeer klein gedeelte van het zetmeel wordt
nu door de diastase ten behoeve van de kiem
in suiker (maltose) veranderd,
wordt
gerst.
Hoe
inhoud
blijft,
een
zullen de engelen in den hemel van vreugde jui
chen X
Marie glimlachte vergenoegd, mevrouw Rus- s-
weyh ging voort:
.Binnen drie uren ben ik terug. Als ik dan niet te
vermoeid ben; zullen we de kleine inkoopen voor uw
uitzet gaan doen; denk er al vast eens over, kind.«
Daarop trok zij de deur achter zich dicht en Marie
bleef alleen in de kamer.
.Ach, ja, de brief!* mompelde zij, terwijl zij peinzend
de hand langs het voorhoofd streek.
»Het zal me niet gemakkelijk vallen, maar het moet
toch. Je hebt in laugen tijd niets van me gehoord,
Rese! Mijn laatste lotgevallen zullen je als een stort
bad op het lijf vallen.»
Het meisje lachte overmoedig, maar toch was daarbij
op te merken, dat zij zeker was van zich zelven; zij
wist wat ze zou kunnen. Spoedig was het schrijfge
reedschap gereed gezet, het papier terecht gelegd, de
pen werd beproefd en daar begon Marie:
.Lieve Therese!
.Alsje staat, ga dan eerst zitten, want deze brief
brengt je een bijzonder verrassende tijding. Rese, ik
ben verloofd. Of neen, dat woord is te heilig voor
deze verhouding. Spaar ook je verontwaardiging tegen
de eedbreekster.
»Nu eerst voel ik me recht op mijn plaats in het
verbond tegen de mannen, dat wij in onze onschuld
als zeventienjarige meisjes gesloten hebben. Dat staat
mij helder voorden geest. Wij kwamen uit de Fran-
sche les bij doctor Paukstatt, toen wij van uwe moeder
hoorden, dat op uwe kamer een brief voor je lag.
Nieuwsgierig stormden wij de kamer binnen. Hoe gloei
den je wangen, hoe beefden je vingers, Rese, bij het
openen van dien brief! (Wordt vervolgd.)
3). I.
.Gevonden!» jubelde de oude dame. .Baron, de hulp
is u nabij. Juffrouw Zemplin zal aan al uw eischen
beantwoorden. Zij kent van alles en daarbij heeft zij
een eerlijk, door en door trouw karakter. Top, baron,
zal ik de juffrouw roepen? Wilt u op mijne warme
aanbeveling haar voor die betrekking een engagement
aanbieden?*
De oude dame was opgewonden; reeds wilde zij
opstaan om Marie te roepen.
»Neen,« klonk het scherp, »ik wil geen gouvernante
meer. Als zij niet deugt, benadeelt zij Armgard en
als zij wel deugt, dan bijt mijne schoonmoeder haar
in korten tijd dood.«
.Zijt ge dan in uw eigen huis geen meester, Tiefort?*
vroeg zij verontwaardigd. .Wat zou mijn FrSnzchen
daar geholpen hebben?»
Er lag nu een weemoedig droomerig waas over zijne
harde trekken.
»O, Francisca zou mijne vrouw geworden zijn, Arm-
gard’s moeder! Haar engelengoedheid zou den vijand
van mijn huis ontwapend hebben!*
.Juffrouw Zemplin is even goed; neem de proef toch
eens met deze nieuwe gouvernante!* sprak zij drin
gend.
»Ik moet weg, ver weg, anders verlies ik al mijn
geestkracht. Mijn vroegere vriend, de beroemde geo-
‘ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
Ar.
'r^gnt en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar
regels 3 7. t
plaatsruimte.
Voortdurend
er nauwlettend acht gegeven op de
een temperatuur
verwar md, waarop
wordt.
De diastase, die door het eesten haar zet-
meelomzettend vermogen niet verloren heeft,
doch in gödroogden toestand niet veel uitwerken
kon, komt nu in gunstiger omstandigheden.
Allereerst wordt het zetmeel in dextrine om
gezet, daarna deze in druivensuiker of glucose,
waarschijnlijk echter eerst nog in maltose.
Voordat alle dextrine in suiker is veranderd,
die, bij een voortdurend in beroering bren
gen van het water, gemakkelijk daarin wordt
opgelost, tapt men het zoete water, wort
geheeten, at, en leidt men het naar den
bierketel. Op het beslag komt opnieuw heet
water, soms wel tot vier keer toe. Wat er
dan nog overblijft, bevat niet veel meer dan
het zetmeel uit de gerst. Het vet en de
eiwitstoffen uit de gerst komen er echter in
ruime mate in voor, zoodat ook deze bostel,
gedroogd, voor een uitnemend veevoeder tjpor-
gaat. Tot de nog overige vaste stoffen van
de gerst behoort ook een gedeelte van de ei
witstoffen. Om dit quantum zoo gering mo
gelijk te doen zijn, voegt de brouwer vaak
gips aan ’t beslag toe, om ’t water .hard» te
maken en daardoor minder geschikt om eiwit
op te lossen. De Engelsche Burton-ales dan
ken hun goede hoedanigheden voor een groot
deel aan de hardheid van het bij de bereiding
gebruikte Trent-water: hoe minder eiwit, hoe
minder gevaar voor bederven. Nu wordt de
wort in den bierketel gekookt om de
-‘oliën. Men
Ufiëfl 'van de hop
de afscheiding der eiwitstoffen vollediger doen
plaats hebben èn wijl ze aan het bier een ei-
genaardigen bitteren smaak en geur geven.
(Niet altijd is men zoo met hop ingenomen
geweest als tegenwoordig. In ’t begin der 17e
eeuw bv. zond de stad Londen een verzoek
schrift in bij ’t Parlement, om ’t gebruik van
hop te verbieden, die den smaak van ’t bier
bedierf en het welzijn van ’t volk in gevaar
bracht.)
Wat er van de gestolde eiwitstoffen boven
op komt drijven, wordt afgeschept. Daardoor
wordt de voedingswaarde er al weer niet groo-
ter op. Na door middel van de hopzeef de
most van de hopblaadjes gezuiverd te hebben,
pompt men de vloeistof op naar de koelbakken,
groote, ondiepe meestal langwerpig vierkante
vaten van hout of, wat beter is, van ijzer of
koper, waar zij snel wordt afgekoeld.
(Wordt vervolgd.)
♦Baron,sprak de oude dame met ernstige voor
naamheid, »ik heb u geduldig aangehoord; heb nu ook
even geduld om naar mij te luisteren. Kom, lieve
Marie, zet je bij ons neer, drink een glas wijn, en praat
eens met dezen ongezelligen heer, die door reislust of
door zucht naar onderzoek dat weet ik niet recht
naar het Noorden wordt gedreven.»
HOOFDSTUK II.
.Maak je gereed, Marie. Breng me mijn zijden
mantel, ik wil vandaag naar het kerkhof gaan, om af
scheid te nemen van mijne dierbare dooden. Wie weet
of ik er de volgende week nog wel tijd voor zal heb
ben. Hoe weinig drukte wij ook voor uw huwelijk
maken, het geeft toch altijd extra bezigheden voor mij,
oude vrouw. En de volgende week komt de vervelende
regeling van het verkoopen der meubelen, eindelijk
den vijftienden komt mijn schoonzoon.»
■>En u kon toch met den majoor naar het kerkhof
gaan?« klonk nu de twijfelende stem van Marie.
»Ja ja wie weet? Heb je geen lust?«
De blondine kleurde.
»Nu, wat heb je op het hart?« vroeg mevrouw Ru-
scheweyh vriendelijk.
.Zoo gaarne wilde ik thuis blijven; ik moet noodza
kelijk aan mijn eenige vriendin schrijven, voor ik Ber
lijn verlaat.»
.Goed, schrijf dan, maar help mij eerst aan mijn
mantel en geef mij hoed en parasol.»
Marie deed wat haar verzocht werd.
»Ge ziet er flink uit, Marie, zelfs vroolijk! Zoo heb
ik het verwacht. Op het kerkhof zal ik aan mijn Sta
nislaus vertellen, dat ik weer eens vreugde heb be
leefd. O, als gij zoo gelukkig wordt, als ik dertig jaar
met mijn goeden Stanislaus geweest ben! Kind, dan
Reeds in overoude tijden bereidden onze
voorvaderen uit gerst een drank, het gerstebier.
Tegenwoordig wordt ook bier gebrouwen uit
tarwe, rijst of mais; ja, op sommige plaatsen is
zelfs aardappelbier in zwang. We willen eens
nagaan, hoe het gerstebier in de wereld komt
en dan zullen we ondervinden, dat er vrij wat
gebeuren moet, eer het gebotteld wordt.
De korrels, waaruit zich onze graanplanten
ontwikkelen, bevatten, behalve het embryo van
de nieuwe plant, een groot aantal kleine pak
jes met voedsel, die verreweg het grootste
deel der ruimte innemen. Deze pakjes bevat
ten de kleine zetmeelkorrels en ook de nog
veel kleinere korrels eiwit. Zoolang de graan
korrel op een droge plaats bewaard wordt,
blijft alles zooals het iseiwit noch zetmeel
ondergaat eenige verandering. Maar nauwe
lijks komt zij in een vochtige omgeving, of
ze zwelt op en in
reidselen gemaakt
sel te voorzien.
Allereerst wordt een deel van het eiwit
4 in een oplosbare stof, diastase ge-
jje _,p het zetmeel den zeer merk-
♦,-vloed heeft van h/t te veranderen
Deze wordt doo/ de jonge plant
opgenomen. Dit proces g:<.t voort tot de in
houd van de korrel geheel opgeteerd is; de
plant is dan ver genoeg ontwikkeld, om in
haar eigen onderhoud te voorzien door het op
nemen van voedingsstoffen uit de lucht en uit
den bodem. Met de vorming van diastase in
de ontkiemende graankorrel doet de brouwer
zijn voordeel. Hij heeft een suikerhoudende
vloeistof noodig de gerstekorrels zullen ze hem
leveren.
In de brouwerij staan een of meer groote
kuipen van hout, marmer, zandsteen of cement
en half vol water, dit zijn de weekkuipen.
Daar schudt de brouwer onder gestadig om
roeren de gerst in. Wat gezond is, zinkt; de
ongeschikte korrels blijven drijven en worden
afgeschept en aan het vee gegeven. Het
water, dat men vaak op een temperatuur van
12° C. houdt, wordt ’s zomers om de 8 of 12
uur, ’s winters om de 24 uur, ververscht. De
duur van ’t weeken varieert van 2 tot 7 dagen,
al naar den ouderdom der gerst.
In ieder geval is te kort weeken beter dan
graaf Dr. Wedel, gaat einde Juli naar Noorwegen om
onderzoekingen te doen. Verscheidene officieren
oude kameraden van mij begeleiden hem. Ik wil
mee, mijn besluit staat vast*.
»En wou je daarvoor mijn FrAnzchen,» vroeg de dame
ontnuchterd en met iets verwijtends in haar toon.
.Daarom,* bevestigde hij koel. .Het zou een eerlijke
zaak geweest zijn; ik zou haar niets verzwegen hebben.
Haar heldenmoed en zielegrootheid zouden op Arm
gard veel invloed gehad hebben.*
Plotseling speelde een schalksche trek om den mond
der grijze dame.
.Tiefort, nu begrijp ik je beter. Vóór alle andere
zaken geldt het hier een brave, kloeke vrouw op Corls-
wald te brengen, die voor Armgard eene goede moe
der kan zijn. Welnu, trouw dan juffrouw Zemplin!*
.Die vreemde?* luidde zijn snijdende vraag.
.Voor mij is zij geen vreemde,* antwoordde de oude
dame met warmte. »Ik sta voor haar in. Marie heeft
haar eigenaardig karakter. Ik geloof daarom, dat zoo’n
onverwacht aanzoek bij haar kans van slagen heeft.
En zij heeft moed voor twee, voor drie, voor vier, als
het noodig is.«
.Dus een avonturierster,* klonk het afwijzende ant
woord van den baron.
Hierop bewaarde zij het stilzwijgen.
»En is uw plotseling besluit niet avontuurlijk?* be
gon zij toen op afgemeten toon en zag hem doordrin
gend aan.
Hij kleurde.
.Marie!* riep ze nu luid.
.Laat dat meisje er buiten!* zei de baron barsch.
«Spreek mij van Francisca, anders zal ik moeten
heengaan!»
Juffrouw Zemplin gaf gehoor aan het geroep.
naar den graad van verhitting bij het eesten
krijgt men geel, barnsteengeel of bruin mout;
daarvan hangt weer de kleur van het bier af.
Is de kleur te licht, dan voegt men aan het
geëeste mout ander mout toe, dat men op de
wijze van koffieboonen, zwart heeft gebrand.
Ook gebruikt men wel zwartgebrande suiker
om het bier een donkere kleur te doen aan
nemen en het tevens wat dikker te maken.
Bij velen echter gaat die zwarte kleur door
voor een bewijs van .kracht*. Dat er door het
verwijderen der kiemen vrij wat voedingsstof
fen der gerst verloren gaan, is licht te begrij
pen. Van 100 KG. gerst, bevattende 14,05
KG. water, 9,66 KG. eiwitstoffen, 1,93 KG. vet,
66,99 KG. koolhydraten, 2,42 KG. aschbestand-
deelen en 4,95 KG. vezelstof, blijft er na het
mouten en eesten en afstooten der kiemen
slechts een kleine 80 KG. over. Dit bevat
echter nog wel eenig water, zoodat het vol
komen gedroogde mout zeker niet meer dan
7 5 KG. vaste stoffen bevat. Buiten het ver
dampte water zijn er dus ook nog ongeveer 11
KG. vaste stoffen verdwenen, ’t Zijn de stof
fen, die de korrel bij 't ontkiemen verbruikt
heeft en die zich nu in de kleine afgestooten
jonge spruitjes bevinden (ongev. 3*/s KG.) of
wel bij de stofwisseling door de zuurstof uit
de lucht geoxideerd zijn onder uitstooting van
koolzuur (ongev. 7x/a KG.) De afgestooten
kiemen zijn zeer rijk aan eiwitachtige stoffen.
Maar juist daarom kan de brouwer ze niet
gebruiken: eiwitstoffen bederven spoedig, en
bier, dat zulke stoffen bevat, zou dus niet lang
goed blijven. Voor het vee vormen de afge
stooten spruitjes (die werkelijk als .moutkie-
men* in den handel worden gebracht) echter
een gezocht voedsel. De overgebleven kor
rels worden in gewone molens of daartoe ge
schikte machines grof gemalen of tusschen cy
linders gekneusd en het dan verkregen schrooi
wordt met water vermengd. Dit mengsel,
het beslag genaamd, wordt langzaam
van ongeveer
het 5 a 6 uur