opis HUMEUR.
VOOR SMEK E» 0W«.
MMS- EJ IIHEIIIEMIEBLAD
Ongelijk in ï^ang.
Zaterdag: 17 Februari 1806.
61e Jaargang.
ITo. 14.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Feuilleton.
3
rd.
Nog is het tijd, om kaïniet op de
weiden te strooien.
Vrij bewerkt door MJ. KORVING.
St
er
;e-
T- J
icht 1
II
sie-
>ft.
sn,
9,
?n.
ot
we
:a,
c.
:a.
HOOFDSTUK II.
6.)
ee-
!US
De laatste woorden klonken als een met moeite
ch
en
dln
rm
ire,
rm
.11-
ijs
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
aal
-ag.
50.
.C-
le
tte
sn,
ig
ne
rn-
or-
en
in,
jfs
6
ne
51-
•ekt
A NT.
ris-
90.
rm
<es
9
ee.
-m
m-
de
ro.
>0.
ht,
0.
nt-
.7,
n-
io.
IY-
Iet
en,
den, worden bitter en onrechtvaardig en spu
wen gal louter uit ongehumeurdheid. Daar
om; laat ons de beteekenis van een goed hu
meur niet te licht schatten. Wij hebben den
grootsten eerbied voor alle pijnstillende, kracht-
aanbrengende en eeuwige jeugdverschaffende
elixer’s maar het beste levens-elixer is onge
twijfeld: een goed humeur.
«Mijn lied prijst u, mijn vaderland,
En ook uw helder blauwen hemel,
Uw bergen, wouden en uw strand,
üwnaehtelijk schoon bij stargewemel,
Ook prijs ik zeer uw zonnegloed,
Die eedle wijnen rijpen doet.
Ik zong uw lof zoo menigmaal
En dikwijls hoop ’k dien weer te zingen,
Maar lof voor uwe zonnestraal
Ik voel mijn hart daar niet toe dringen,
Nu ’t hier, in ’t verre, vreemde noorden
Zoo heerlijk trilt met nieuwe akkoorden.»
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Daarop keerde Gemma zich glimlachend tot Sulkows
ky en zeide:
«Zooeven heb ik over de talenten van mijn zusje ge
sproken. Vindt u het goed, dan zal zij voor u iets zingen
en improviseeren.*
.Wanneer ik niet vreesde Angelina lastig te vallen,
zou ik haar dat wel verzoeken,» antwoordde Sulkowsky,
zonder het oog van Gemma af te wenden, die, ondanks
haar armoedige kleeding, in houding en gebaren een
koningin geleek, terwijl haar blonde zuster met haar
zachte, zwarte oogen en haar weemoedigen glimlach
aan een heiligenbeeld herinnerde.
«Wil je prins Sulkowsky het genoegen doen iets voor
hem te improviseeren?» vroeg Gemma, de hand op An
gelina’s schouder leggende.
»Ik weet niet,« mompelde het meisje «ik geloof
hoe kan ik nu zingen? Ik heb immers mijn gitaar niet.«
«Zonder gitaar zal het ook wel gaan,« zei Gemma.
Plotseling bloosde Angelina sterk.
«Dring toch niet zoo aan,* fluisterde zij. «Ik ben op
het oogenblik niet in de vereischte stemming.»
«Dat is jammer, zusje,* zei Gemma op medelij denden
toon. «Je weet hoeveel genoegen het mij doet, wanneer
wordt verzocht van het Wetboek van Strafrecht met
een bepaling, waardoor het veelvuldig voorkomend ver
duisteren van flesschen, kruiken, siphons, fusten enz.
strafbaar wordt gesteld. Na bespreking besloten
het nader te overwegen;
d. van den Raad van Administratie der H. IJ. S.
Mijwaarin wordt medegedeeld, in antwoord op het
verzoek dezer Kamer (zie Uitg. st. sub a), dat aan dat
verzoek niet kan worden voldaan, met het oog op de
hooge kosten, verbonden aan het inleggen van een vroe
gen trein LeeuwardenStavoren en het doen varen
van eene boot in aansluiting daaraan, welke kosten, naar
de meening der Mij, niet zullen kunnen worden gedekt
door het op die reisgelegenheid te wachten verkeer.
De Kamer betreurt deze beslissing en neemt de missive
voor kennisgeving aan;
e. van dezelfde, houdende afwijzende beschikking
op het verzoek om invoering van Kilometerboekjes,
welke afwijzing wordt gemotiveerd door de overwe
ging, dat de maandretourkaarten der H. IJ. S. even
goedkoop zijn als de Kilometerboekjes der S.S. en dat
aan de invoering hiervan tal van administratieve be
zwaren zijn verbonden. Deze afwijzing wordt mede
met leedwezen vernomen, vooral wijl de Kilometer
boekjes een groot gemak opleveren en inderdaad goed-
kooper zijn dan de maandretourkaarten;
f. van de Nederl. Kamer van Koophandel te Londen,
verzoekende eene lijst van de namen van handelaren en
fabrikanten van Sneek en omgeving, met opgave van de
artikelen, waarin zij handelen of welke zij fabriceeren,
en van hunne nauwkeurige adressen, een en ander in
het belang van den buitenlandschen handel van Neder
land. Besloten wordt aan dit verzoek te voldoen.
4.
Voorstellen.
a. Definitief wordt besloten, nu de Gemeenteraad het
noodige geld daarvoor heeft beschikbaar gesteld, een
gedrukt Verslag uit te geven, doch wegens de onvol-
talligheid der vergadering nader te besluiten omtrent de
verdeeling der werkzaamheden daarvoor.
b. Wordt besloten wijziging te brengen in de volg
orde der rondgaande stukken en de vergadering daarna
gesloten.
Er is niets, dat in korteren tijd tot alle landbouwers
is doorgedrongen, dan het gebruik van kaïniet op de
weiden. Ik herinner me nog zeer goed den tijd, dat
de boeren, als ze hun weiden eens goed wilden doen,
er stalmest op brachten. Dat was de meest ondoelma
tige en schadelijkste bemesting, waarvan ik ooit hoorde.
Ten eerste is het vrij zeker, dat het stroo of strooisel
in het algemeen, niet tot zijn recht komt; het grootste
deel gaat verloren, verwaait, al haalt men het later
weer bij mekaar. Ten tweede zal de ammoniak uit
een groot gedeelte van den mest ook verloren zijn. De
ammoniak gaat de lucht in en daarmede is ook de
stikstof verdwenen. Om deze en misschien nog andere
redenen is het bemesten van de weiden met stalmest
wel de slechtste wijze van bemesting, die ik ken. Hebt
gij, nadat ge dagelijks de mestvaalt goed hebt bevoch-
«Groet Angelina van mij,« riep Fedor, terwijl hij
zich nog eens omwendde maar Ferrari was reeds in
huis verdwenen.
Toen het rijtuig den slagboom weer gepasseerd was,
riep Sulkowsky den koetsier toe, halt te houden en
stapte vervolgens uit.
«Wel, wat is eraan de hand?* vroeg Fedor Bariatinsky
verwonderd.
«Het valt me daar juist in, dat een officier, een goed
bekende van mij, een half jaar geleden naar hier ver
plaatst is,« antwoordde Sulkowsky, terwijl hij onder
zoekend rondkeek. «Ik ben van plan Stwolinsky een
bezoek te brengen. Ge zult wel zoo goed zijn mij bij
de dames te verontschuldigen. Van avond of op zijn
laatst morgenochtend vroeg hoop ik bij u terug te zijn.*
«Wilt ge naar Stwolinsky? Dien ken ik ook. Hij heeft
bij ons zijn opwachting gemaakt en op een avondfeest
is hij ook geweest. Voor alle andere uitnoodigingen
heeft hij bedankt, ook voor die van gisteravond. Hij is
een zonderling mensch met leelijk uiterlijk ik
«Hij is mijn beste vriend,* sprak Sulkowsky koel.
«Maar als ge Peter kent, zult ge mij ook wel kunnen
zeggen, waar hij woont.*
«Daarginds». Fedor wilde er nog iets aan toevoegen,
doch Sulkowsky stapte reeds voort naar het gewitte
huisje, waarvoor een soldaat in zeer afgedragen uniform
liep te lanterfanten.
«Vooruit!* riep Fedor op boozen toon den koetsier
toe, die verschrikt de zweep door de lucht liet suizen.
Daarop trok hij aan zijn knevels en mompelde:
«Wat denk je wel, mijn waarde? Meen je, dat ik je
niet doorzie? Haha, ik weet wel, dat je niet je vriend
gaat opzoeken, maar naar de meisjes terugkeert, zoodra
mijn rijtuig uit het gezicht is. Jaloersche dwaas, ga je
gang maar! Je zult mij toch de loef niet afsteken.»
wij onze naaste omgeving vriendelijk gezind
maar de heele schepping hebben we lief, den
bedroefden kunnen we woorden van moed en
troost toespreken en onze mooie kijk-op-de-
dingen toovert zonnestralen, wier licht verkwik
king en vreugde brengt!
En wat misschien de grootste zegening is:
goed humeur werkt aanstekelijk; het straalt
warmte uit. Ieder in onze nabijheid voelt er
de weldadige uitwerking van en de invloed
van een goed humeur is vooral duidelijk merk
baar in den intiemen, huiselijken kring. Als
vader en moeder slecht gehumeurd zijn, is
het alsof er een drukkende, bijna verstikkende
atmosfeer hangt; er wordt weinig gesproken,
tegenspraak duldt men niet. De kinderen wor
den vervelend en brutaal, het duurt maar heel
kort, of de bom barst los en het slechte hu
meur brengt in de huiskamer een Russische
revolutie.
Mochten er misschien zijn die vragen: «maar
kan men zich niet verzetten tegen dat slechte
humeur, staan we daar geheel machteloos te
gen? dan zouden we in de eerste plaats wil
len antwoorden dat er verschillende oorzaken
zijn die van grooten invloed zijn op ons hu
meur. Zijn we in de omgeving waar we ons
thuis gevoelen, waar we vriendelijk ontvangen
worden, dan zullen we daar dadelijk op ons ge
mak zijn en prettig gestemd, en het is moge
lijk dat de fijnvoelende vrouw, die we eens
hoorden verklaren: «het goede humeur is dik
wijls niets anders dan het bewustzijn, dat men
ons liefheeft», volkomen gelijk heeft.
Van veel invloed op ons humeur beschou
wen we ook de orde of de wanorde, die in ons
leven en in onze denkbeelden heerscht; als al-
gemeene regel kan men gerust zeggen: orde
brengt ons in een goed humeur, wanorde ont
stemt ons.
En dan wij voor ons blijven gelooven,
dat wilskracht die hoogst belangrijke factor
in ons menschenleven haar uitnemenden
invloed ook op ons humeur kan uitoefenen,
als we goed gehumeerd willen zijn, dan kun
nen we het!
Er zijn van die rampzalige menschen, die
altijd in een slecht humeur aantreffen.
Zij zijn onuitstaanbaar en niet alleen een
kruis voor zich zelf, dat zou nog ’t allerminst
wezen, maar ook voor anderen. Vele menschen
voelen zich altijd verongelijkt, vinden zich
misplaatst in de wereld, blijven steeds ontevre-
je lauweren inoogst.*
«En ik ben juist in een stemming om u onder lauweren
te bedekken,* verzekerde Sulkowsky. «Is deze beken
tenis niet in staat u in een betere stemming te bren
gen?»
Angelina moest daarom lachen; maar toch schudde
zij het hoofd.
«Neen, neen, vandaag gaat ’t werkelijk niet,* beweer
de zij nogmaals.
«Stellig niet?« vroeg Fedor Bariatinsky op zijn beurt.
«Ook dan niet, als 'ik u zeg, dat ik daarvoor nog beter
mijn dank zou betoonen dan door lauwerkransen?»
Gemma trok spottend de lippen samen. Zij wilde
iets zeggen, maar ontroerd zweeg zij, toen zij bemerkte
dat Angelina plotseling opstond en op vastberaden toon
zeide: «Ik zal zingen.*
Een zacht windje speelde met hare lokken, die als
goudkleurige golven over haar rug hingen, en haar
oogen schitterden met ongewonen glans, toen zij na eenig
peinzen zong
Een groot man heeft eens gezegd, dat een
goed humeur geluk aanbrengt. Het is won
derlijk, verklaart hij, maar Fortuna is ons juist
gunstig gezind als we in een goed humeur
zijn, donkere wolken drijven voorbij, de kille
nevel trekt op, vriendelijkt lacht de zonne! Of
dat juist is, zouden we niet durven beweren,
maar waar we wel overtuigd van zijn, is, dat een
goed humeur inspireerend werkt. Het maakt
onze gedachten klaar en helder, wat we on
dernemen gelukt ons, alles slaagt boven ver
wachting. Wie slecht gehumeurd is, doet alles
verkeerd; met niemand kunnen we praten, we
leggen alles verkeerd uit, zijn achterdochtig,
maken verkeerde gevolgtrekkingen. Er wordt
om de flauwste kleinigheden gekibbeld, men
maakt zich boos over niets, we zijn ruw
en kwetsen zonder ’t te willen. Over de meest
dwaze stellingen wordt geredeneerd, men zit
op ’t laatst in zijn eigen meening als in een
spinneweb verward en eerst dan begint de
strijd eigenlijk recht fel te ontbranden.
Een goed humeur daarentegen is een en al
beminnelijkheid, harmonie en tact, en het maakt
ons beter. Tot vriendelijkheid en toegevend
heid stemt het ons; het maakt ons geduldig en
verdraagzaam. Als ons humeur niet al te best
is, zijn we in ons zelf gekeerd en ongenaak
baar, we zijn boosaardig en kwaadwillend ge
stemd, het gezelschap onzer medemenschen ont
vluchten we, en lobessen van goedheid wor
den plotseling vinnig en blazen zich op als
een kalkoensche haan! Men zegt precies het
tegenovergestelde van hetgeen men denkt, men
handelt juist andersom als men eigenlijk zou
willen doen. Grooten lust gevoelt ge een flin
ke wandeling te maken, maar ge zegt: «ik
zou niet graag een voet verzetten,* dolgraag
zoudt ge het concert willen bijwonen, toch be
weert ge: «ik houd niet van dat lawaai,* en
waar het hart dikwijls dringt tot het spreken van
een vriendelijk verzoenend woord, daar wor
den door het slecht humeur juist scherpe en
onaangename dingen beweerd, welke diep
grieven.
Hoe geheel anders werkt een goed humeur
op ons! In alles zien we goede bedoelingen,
we toonen ons toegevend en tevreden met
alle voorgestelde plannen en niet alleen zijn
VERGADERING van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken te Sneek, op 13
Febr. 1906.
Aanwezig de hh. S. Henstra, pl.-v. Voorzitter, A. L.
Hansma, W. Nieveen, E. Priester en J. van Loon, Se
cretaris.
Afwezig met kennisgeving de hh. P. Reinouts van
Haga, J. Smit Ez. en A. Dekker.
De pl.-v. voorzitter, de heer S. Henstra, opent de
vergadering onder mededeeling, dat door ongesteld
heid de heer Van Haga verhinderd is te komen, waarna
de notulen der vorige bijeenkomst worden gelezen en
na eenige discussie ongewijzigd vastgesteld.
2.
Worden gelezen de uitgegane stukken:
a. een verzoek aan de H. IJ. S., om des Maandags -
morgens een vroegtrein in te leggen van Leeuwarden
naar Stavoren, die correspondeert op trein 8,19 Enk-
huizenA’dam, om aan handelaren gelegenheid te ge
ven tijdig op de Amsterdamsche markt te zijn;
b. een verzoek aan de H. IJ. S. om, in aansluiting
met een verzoek van de Kamer te Helder, bij die Mij
Kilometerboekjes in te voeren;.
c. aan Z. E. den Min. v. Lb., N. en H., waarbij on
dersteund wordt een adres van de Vereen, tot bestrij
ding van knoeierijen in den Boter-en Kaashandel, waar
in zij maatregelen ter afdoende bestrijding aan den Mi
nister voorstelt;
d. aan voornoemde Vereeniging, haar berichtende
de ondersteuning, sub c genoemd, onder bijvoeging van
eenige opmerkingen;
e. aan H. M. de Koningin, waarin aan H. M. ver
zocht wordt het daarheen te leiden, dat in de Motor- en
Rijwielwet eene bepaling worde opgenomen, waardoor
ontheffing kan worden verkregen van de verplichting
om aan handkarren op goedverlichte wegen en straten
een brandende lantaarn te moeten voeren.
3.
Worden behandeld de ingekomen stukken:
a. Van het Centr. Bur. v/d Stat, met afl. B van het
tijdschrift; zal rondgaan;
b. van Buigem. en Weth. dezer gemeente, berich
tende dat door den Raad der gemeente voor 1906 f 50
verhooging is toegestaan van het bedrag voor kosten
der Kamer, op de begrooting uitgetrokken, ten einde
daaruit, voor zooveel noodig, de drukkosten van een
Verslag van den Toestand van H., N. en Schv. van
Sneek te kunnen betalen. Wordt voor kennisgeving
aangenomen;
van den Algem. Bond v. mineraalwaterfabrikan-
ten en Bierhandelaren, verzoekende steun voor zijn
Adres aan Z. E. den Min. van Justitie, waarvan afschrift
bijgevoegd met toelichting; in welk adres aanvulling
dwongen jubelkreet. Toen zweeg Angelina met een
lichten zucht. Om hare lippen speelde weer die eigen
aardige, zachte glimlach, en haar oogen, die zooeven
nog van geestdrift schitterden, staarden nu op den grond.
Qemma stond haastig op.
«Wij moeten naar huis,» zeide zij, voordat Sulkowsky of
Fedor den tijd hadden gehad om Angelina te bedanken.
«Goeden dag, heeren!»
Zij legde haar arm om Angelina’s schouders en trok
haar mede.
Verwonderd over dit plotseling opbreken, keek Sul
kowsky de meisjes zwijgend na; maar Bariatinsky lach
te tevreden en riep haar nog een: «Tot weerziens!* na.
Het leek wel of Angelina nog even wilde omkeeren,
doch het volgende oogenblik was zij reeds in de huis
deur verdwenen, zonder Fedor nog een laatsten blik te
schenken.
«Wat moet dat beteekenen?» vroeg Sulkowsky.
«Niets anders dan dat Gemma jaloersch is. Zij be
merkte zeer goed, dat Angelina op mij verliefd is, en....*
«En denkt ge, dat Gemma ook op u verliefd is?« viel
Sulkowsky vroolijk in.
«Of ik net geloof?* antwoordde de mooie Fedor met
een vertrouwelijk, behaagziek lachje.
«Ge schertst!* zei de prins, doch ditmaal ernstig, bijna
barsch, en hij richtte zijne schreden naar de herberg,
waarheen Bariatinsky hem in vroolijke stemming volgde.
«Komaan, die is ook al jaloersch,* dacht hij. «Ik kan
niet helpen, dat hij minder in baar smaak valt dan ik.«
«Wat is er voorgevallen, heeren?* riep Ferrari den
jongelieden toe. »U gaat zoo plotseling heen
«Eenmaal wordt het toch tijd om heen te gaan,* ant
woordde Sulkowsky en hij stapte in het rijtuig.
«0 ja maar ik hoop, dat mijn dochters
«Mijn beleefde groeten aan uw dochters.» viel Sul-
kowsky in en daarop reed het rijtuig snel weg.
be-
Wordt vervolgd.)