VOOR SNEEK. EN OISTHEKEN.
i
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Ongelijk in Rang.
V
ZatercLarJ^ JBioruari 1806.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Uit de Raadszaal.
Feuilleton.
00,-
?5,-
gsa
1
Vrij bewerkt door M.J. KORVING.
50,—
25,—
X
i
be-
HOOFDSTUK III.
9-)
voorzetten,*
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
- 4
der
zult staken.*
»Best mogehjk,* antwoordde Stwolinsky. «Wat komt
eruit voort? Ik heb het je vandaag reeds eenmaal ge
zegd men verslijt er zijn schoenen mee, dat is alles.
Maar zal ik je nog wat thee inschenken?*
Nadat Jefim de tafel had afgenomen, zaten de vrien
den nog een poos bij elkaar en haalden geschiedenissen
uit vroeger dagen op. Eindelijk stond Stwolinsky op.
«Genoeg voor vandaag,* sprak hij.
»Kom laat ons gaan slapen. Ik heb mijn slaapkamertje
voor je in orde laten brengen.*
»En waar moet jij dan den nacht doorbrengen?*
Hier op de sofa. Als ik een kussen onder mijn hoofd
heb en in mijn mantel gewikkeld ben, dan lig ik daar
in Abrahams schoot.*
»Ik had misschien beter gedaan als ik vandaag nog
naar Bariatinsky teruggekeerd was*, zei Sulkowsky.
«Nu zul je om mijnentwil een slechten nacht hebben.*
«Zoo zou je niet spreken, als je wist hoeveel genoe
gen het mjj doet, dat ik je hier nachtverblijf kan aan
bieden,* viel Peter in en hij drukte zijn vriend met
warmte de hand. Daarop schoof hij Sulkowsky in het
aangrenzende kamertje en trok de deur achter hem
dicht.
Het was een heldere nacht. Stwolinsky maakte de
knoopen van zijn uniform los, ging op de sofa liggen
en staarde naar buiten.
«Was het werkelijk lichtvaardig, Polenka te helpen?*
vroeg hij zich af.
Onverwacht werd hij in zijn gepeins gestoord door
het binnentreden van Sulkowsky, die nog geheel ge
kleed in de kamer verscheen.
«Wel, wat verlang je? Heeft lefim misschien vergeten
de kussens in het bed te leggen?* vroeg Stwolinsky.
5
«Ik hoor eens, Peter,* begon Roman met weifelende
stem, «zeg eens, geloof jij, dat ik in staat ben tot een
eerlooze handeling?*
«Maar wat scheelt je toch?* Verwonderd richtte Peter
zich geheel op. «Dat er iets is, dat je drukt, begreep
ik dadelijk, toen ik je hier in het donker op de sofa
vond liggen.*
«Laat mij je alles vertellen. Peter,* zeide Roman bijna
smeekend, en nu verhaalde hij hem hortend en stootend
zijn eerste en ook zijn tweede ontmoeting met de
gezusters Ferrari. «Gemma houdt mij voor een ellen
deling. Zij gelooft, dat ik van plan ben met haar
hart te spelen,* waren zijn laatste woorden.
«Ja, ja, de vrouwen zijn allen min of meer gepantserd,*
bromde Stwolinsky met zijn diepe basstem. «Dat weet
ik al reeds lang. Maar ik zie niet in, waarom jij je dat
zoo erg aantrekt van die Italiaanscke herbergjuffer. Wat
gaat het je aan, hoe zij over je denkt? Jelui levenspa
den hebben zich een oogenblik gekruist en nu zet ieder
alleen zijn weg voort.*
«De gedachte, dat Gemma mjj veracht, is mij onver
dragelijk*, bekende Sulkowsky halfluid, met de oogen
op den grond gevestigd. «Zij is geen gewone kellnerin,
weet je. Zij is een vrouw vol verstand en geest,
die elk huis elk, zeg ik je tot sieraad zou strek-
ben*.
«Zoo-oo? Hm! Nu, dat moet jij beter weten dan ik.
Jij hebt haar leeren kennen, maar...*
«Geen maar,* viel Sulkowsky levendig in. «Het is
zooals ik zei: ik kan niet gebukt gaan onder haar ver
achting, bij God niet, neen! Ik...« en plotseling op zijn
vriend toetredende en de handen op diens schouders
leggende, smeekte hij: «Geef mij raad; Peter! Help mij!
Zeg mij, wat ik doen moet!*
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
VERGADERING van den Gemeenteraad
van Wymbritseradeel, op Zaterdag, den 24
Februari 1906, des voormiddags te 11 uur.
Tegenwoordig zijn eerst 12, later 14 leden; afwezig
met kennisgeving de heer S. S. Kooistra.
Voorzitter de heer D. L. Tromp, Wethouder en-loco-
Burgemeester.
Secretaris de heer J. Poppinga.
Na opening der vergadering door den Voorzitter,
wordt het gebed door den Secretaris uitgesproken.
Punten van behandeling.
1. Notulen van den 20 Januari 1906.
Na lezing door den Secretaris, worden deze notulen
onveranderd vastgesteld en gearresteerd.
2. Ingekomen stukken en mededeelingen.
De Secretaris doet mededeeling van
a. Een schrijven van de rijks veld wachters in de
brigade Sneek, houdende dankbetuiging voor de hun
toegekende en onlangs ontvangen gratificatiën;
b. Een idem van de gezamenlijke wegwerkers in
deze gemeente, van dezelfde strekking alsvoren;
c. Een besluit van Ged. Staten dd. 1 Februari j.l.,
waarbij wordt goedgekeurd het raadsbesluit tot onder-
handsche verpachting van de tolboom te Osingahuizen;
d. Een idem, dd. 25 Januari 1.1., houdende goedkeu
ring van het kohier van schoolgeld over het 4e kwar
taal 1905;
e. Een idem, houdende goedkeuring van het pri
mitief kohier van hoofdelijken omslag, dienst 1906;
Hierbij wordt nog medegedeeld dat het percentage
van aanslag zal bedragen 3,80, tegen ’t vorig jaar 4.
f. Een verslag over den gezondheidstoestand van
den. veestapel in deze gemeente over 1905, opgemaakt
door den heer W. van Staa, rijks veearts te Sneek.
Deze stukken worden, op voorstel van den Voorzit
ter, alle voor kennisgeving aangenomen.
g. Een adres van Johs Douma, wegwerker en dood
graver te IJpecolsga, houdende verzoek het grasgewas
van de begraafplaats te IJp< colsga, voor een jaar of tot
wederopzeggens opnieuw te mogen pachten.
Op voorstel van den Voorzitter, wordt met algemeene
stemmen besloten, gunstig op dit adres te beschikken
en het bedoelde grasgewas voor den tijd van een
jaar, op dezelfde voorwaarden, onderhands aan adr.
in pacht af te staan.
h. Een adres van het Bestuur der afdeeling Fries
land van den Bond van gemeente-ambtenaren, betref
fende verhooging van de jaarwedden der ambtenaren ter
Secretarie van deze gemeente.
De Voorzitter zegt, dat de leden een afdruk van dit
adres hebben ontvangen en het dus voor bekend kan
worden gehouden. Spr. herinnert er aan dat, op voor
stel van B. en W., de jaarwedden van den 2en, 3en
en 4en beambte met ingang van 1 Januari j.l., resp.
met f 50, f 100 en f 50 zijn verhoogd en de salarissen
voor de 4 ambtenaren thans resp. f 800, f 700, f 450
en f 200 bedragen.
Het adres kan thans voor kennisgeving worden aan
genomen om er bij de behandeling der begroeting voor
het volgend jaar op terug te komen.
Nadat de heer Óppedijk er op heeft gewezen, dat hij
het beter had gevonden dat de betrokken ambtenaren
zich rechtstreeks tot den Raad hadden gewend en niet
langs een omweg een adres werd ingediend, wordt
het voorstel van’deh Voorzitter met algemeene stem
men aangenomen.
i. Een rapport van de door den Raad in zijne ver
gadering van 18 Nov. 1905 benoemde commissie, be
staande uit de heeren Hokwerda, Visser en Kooistra,
betreffende onderzoek naar een verzoek van K. Dam-
stra e. a., tot aanleg van een kunstweg van Oosthem naar
Wolsum, laags de Abbegaster Rijge,meteen zijtak naar
Folsgare.
Uit het rapport blijkt, dat het geenszins de bedoeling
van adressanten is, den aanleg van genoemden weg
particulier te doen geschieden, maar van gemeente
wege. Adressanten wenschen den aanleg dier weg
door afstand van grond en geldelijke ondersteuning te
bevorderen; zij zullen nu een nieuw adres indienen en
daarbij overleggen een lijst, vermeldende de toegezeg
de ondersteuning van belanghebbenden.
Onder dankzegging aan de Commissie voor het rap
port, wordt op voorstel van den Voorzitter besloten, dit
nader adres af te wachten.
Een verslag betreffende de Volkshuisvesting in
deze gemeente over 1905, ingezonden door Burg, en
Weth.
Zal op de secretarie voor de leden ter visie worden
gelegd.
k. Het rapport van de commissie van beheer over
het pensioenfonds voor de ambtenaren dezer gemeente,
betreffende de rekening van ontvangsten en uitgaven
over 1905, van gemeld fonds.
Hieruit blijkt, dat de commissie, bestaande uit de hee
ren Ages en Visser, alles in de beste orde heeft bevon
den en daarom voorstelt, genoemde rekening goed te
keuren.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt con
form besloten.
l. Eene' mededeeling van B. en W., dat bij gehouden
aanbesteding de levering van 1000 stère grint is ge
gund aan L. van der Veen te Kampen, tegen f 2,88 per
stère en de levering van 500 stère bazaltslag aan H. J.
van der Vegt te Hasselt, tegen f 5,80 per stère.
Deze mededeeling wordt voor kennisgeving aange
nomen.
3. Af- en overschrijving van posten der gemeente-
begrooting, dienst 1905.
Nu de verschillende pretentiën ten laste der gemeen
te zijn ingêkomen, blijkt ’t dat enkele posten te laag
zjjn geraamd, gezamenlijk tot een bedrag van f 3500.
De posten, die aanvulling behoeven, betreffen schrijf-
en kantoorbehoeften, schoonmaken gemeentehuis, stem
bureaux, reis- en verblijfkosten, onderhoud bruggen,
straatverlichting, aschbelten, herhalingsscholen, her
stelling schoolgebouwen en onderwtjzerswoningen,
schoolmeubelen, toelagen oud-gemeente-ambtenaren.
Burg, en Weth. stellen nu voor, den post wegen met
f 3600 te verlagen en de verschillende te laag geraamde
posten door af- en overschrijving aan te vullen.
Het desbetreffend voorstel wordt zonder discussie en
hoofdehjke stemming goedgekeurd.
4. Voorstel tot wijziging der gemeentebegrooting,
dienst 1906.
Blijkens het ontvangen provinciaal blad no. 9 zijn bij
Kon. Besluit van 9 Jan. 1.1. de jaarwedden van den Bur-
«Behalve thee kan ik je niets warms i t
verklaarde Peter; «maar ik hoop, dat het je toch wel
smaken zal. Kom, laat ons beginnen.*
«Dank je wel,* zei Sulkowsky. «Ik heb geen trek.*
«Die komt wel onder het eten,* beweerde Stwolinsky,
en hij belaadde het bord van zijn vriend met spijzen.
«Wel, hoe bevalt het je hier bij mij?* vroeg hij wat
later, nadat Sulkowsky met moeite een paar hapjes
naar binnen gewerkt had.
«Ik begrijp niet, hoe je het in dit nest kunt
uithouden, nadat je zoo lang in Petersburg hebt ge
woond.*
«Ik geef je de verzekering, dat de lucht hier veel beter
is,« antwoordde Stwolinsky ernstig.
«Het heeft ons allen hartelijk leed gedaan, dat je
overplaatsing naar hier had aangevraagd.*
«Ik kon nu eenmaal niet langer in Petersburg blijven.
Daar is een arm officier niet op zijn plaats.*
«Als je niet lichtvaardig je vermogen had wegge
schonken, dan kon je nog bij ons zijn,* mompelde Sul
kowsky weer.
iNEEKER COURANT
gemeester en den Secretaris dezer gemeente resp.
met f 600 en f 500 verhoogd en gebracht op f 2200
.en f 2000.
Burg, en Weth. stellen voor, de betrekkelijke post
met die bedragen te verhoogen en den post voor on
voorziene uitgaven met gelijk bedrag te verlagen, welke
laatste post, zoo noodig. later kan worden versterkt uit
de te hoog geraamde posten.
De heer Ages zegt, dat er wel niet veel aan te doen
zal zijn, doch spr. betreurt ’t, dat er zoo weinig is ge
let x>p het in ’t afgeloopen jaar door den Raad uitge
bracht advies aan Ged. Staten betreffende deze salaris-
verhooging; door de verschillende rijkswetten wordt de
poditie der genoemde ambtenaren moeielijker, waarom
spr. ’t billijker had gevonden, dat de verhoogingen, ten
minste die van den Burgemeester, door het Rijk werden
vergoed.
Óök de heer Óppedijk spreekt zich in dien geest uit
en veronderstelt dat nu ook andere ambtenaren adressen
om verhooging van jaarwedde zullen indienen.
De heer Ókmabetreurt ook, dat er niet meer rekening
is gehouden met de wenschen van den Raad; ’t spijt
hem dat deze zaak zoo is geloopen, doch men zal het
Kon. besluit moeten eerbiedigen.
De heer Wesselius herinnert er aan, hoe hij destijds,
bij de behandeling van het adres van Ged. Staten,
voorstelde de voorgestelde verhoogingen goed te keuren,
doch te adviseeren de verhooging der jaarwedde van
den Burgemeester door bet Rijk te laten vergoeden;
toen wilde de Raad daarop niet ingaan. Waar door de
vele nieuwe Rijkswetten ook de positie van hh. Wet
houders moeilijker is geworden, wil spr. bij de behan
deling der begrooting voor 1907 een voorstel doen, ook
■‘he1' salaris det>.W<«4 houders te verhoogen.
De Voorzitter veronderstelt, dat Ged. Staten de jaar
wedden niet willekeurig zullen hebben verhoogd, doch
vooral omdat door de verschillende rij k s wetten de posi tie
van den Burgemeester en den Secretaris moeilijker is
geworden.
Hierop wordt met algemeene stemmen conform het
voorstel van B. en W. besloten.
5. Missive van den Arrondissements-Schoolopziener
betreffende aanstelling van onderwijzeressen aan som
mige scholen in deze gemeente.
Naar aanleiding van art. 48 lb der Wet op het lager
onderwijs, wordt den Raad in overweging gegeven, om,
wanneer op 1 Februari 1906 het aantal leerlingen aan
de o. 1. scholen te Goënga, Hommerts, Oudega, Oppen
huizen en Wolsum, minstens 24 bedraagt, aan elk
dier scholen eene onderwijzeres van bijstand aan het
hoofd der school toe te voegen.
Volgens door B. en W. ingewonnen advies bij de
hoofden van scholen bedroeg het aantal leerlingen op
15 Januari jl. aan de scholen te Goënga 29, Hommerts
21, Oudega 27, Oppenhuizen 29 en Wolsum 26, zoodat
dus aan vier dezer scholen eene onderwijzeres van bij
stand zou moeten worden aangesteld.
Hoewel de salarissen dezer onderwijzeressen, inge
volge de Wet, door het Rijk worden vergoed en dus
geen bezwaar bestaat tot eene benoeming over te gaan,
hebben B. en W. toch gemeend, alvorens daartoe te
besluiten, eerst een onderzoek te moeten instellen, hoe
in de eerstvolgende 2 jaren de toestand vermoedelijk
zal zijn.
Hierbij is gebleken, dat in 1907 en 1908 het aantal
men het aan iemand geeft, die het noodig heeft?*
«Als men het zelf niet missen kan, ja.«
«Maar je ziet, dat dit bij mij niet het geval is. Zoolang
ik leef, heb ik brood en boter er bij. Nu leef ik van
mijn traktement, later van mijn pensioen. Het meisje,
aan wie ik mijn vermogen afstond, is een verre bloed
verwante van mij, de eenige, die ik bezit. Zij was in
rijkdom opgegroeid, en bleef bij den dood van hare
ouders onbemiddeld 'achter. Polenka zou zich nooit heb
ben kunnen verloven met den man barer keuze, als ik
haar niet was bijgesprongen. En dan het was weinig
genoeg wat ik haar kon geven. Mijn vermogen was
niet groot.*
«Die bloedverwante is een zelfzuchtig schepsel, van
het zuiverste water. Hoe kon zij zulk een offer aanne
men!* riep Sulkowsky misnoegd uit.
«Van Polenka wil ik geen kwaad hooren; zij is beter
dan je denkt. Meen je dan, dat zij weet, dat ik haar
alles gegeven heb? Zij gelooft, dat slechts een ge
deelte van mijn vermogen in hare handen is overgegaan;
dat heb ik haar zoo voorgepraat.*
«En nu leeft zij heerlijk en in vreugde aan de zijde
van haar echtgenoot, terwijl jij
«Polenka gaat pas trouwen in den aanstaanden herfst,*
viel Stwolinsky in. «Eenige weken geleden heeft zij
hierin de nabijheid een landgoed gekocht.*
«Dan heb je geen groote reis te doen, als je haar eens
wilt bezoeken.*
Stwolinsky boog zich diep over zijn glas.
«Ik zal haar wel eens een bezoek moeten brengen,
daar zal ik moeilijk buiten kunnen,* zei hij halfluid.
Sulkowsky schudde het hoofd.
«Dat is mij toch wat al te zonderling,* zeide hij na
eenige oogenblikken. «Ik geloof, dat je ten slotte alleen
leerlingen te Oudega vermoedelijk tot beneden 24 zou
dalen, doch in Goënga, Wolsum en Oppenhuizen tus-
schen 25 en 30 zou blijven varleeren.
B. en W. achten ’t in het belang van het onderwijs
eene onderwijzeres van bijstand aan te stellen aan de
o. 1. scholen te Goënga, Wolsum en Oppenhuizen en
de infunctietreding te bepalen op 1 Juni a. s.
Nog wordt er door het Dagel. Bestuur op gewezen,
dat deze benoemingen geen financieel nadeel doch wel
voordeel voor de gemeente zullen opleveren, aange
zien de salarissen dezer onderwijzeressen, die dan ook
het onderwijs in de nuttige handwerken kunnen geven,
waardoor de tegenwoordige onderwijzeressen in de
nuttige handwerken kunnen worden gemist, door het
Rijk worden vergoed.
De heer Okma kan zich met bet advies van B. en W.
niet vereenigen; wel wordt het minimum-salaris door
het Rijk vergoed, doch het aantal leerlingen aan genoem
de scholen is zoo klein en zoo weinig boven 24, dat
het z. i. een gevaarlijke stap zou zijn, tot benoeming
eener onderwijzeres over te gaan. De adviezen over
den toestand in de 2 eerstvolgende jaren kunnen niet
beslist zijn en indien het aantal leerlingen beneden 24
daalt, dan moeten de onderwijzeressen op wachtgeld
worden gesteld, ’t welk gedeeltelijk door de gemeente
moet worden vergoed. Volgens door spr. ingewonnen
inlichtingen bij eenige onderwijzers, is ’t niet raadzaam,
ja, bijna onmogelijk, 2 leerkrachten in één lokaal te
hebben, zoodat ’t dus ook noodzakelijk zou worden een
2e lokaal aan die scholen toe te voegen.
Een en ander in 'aanmerking nemende, geeft spr. den
Raad in overweging het voorstel aan B. en W. te ren-
voyeeren, opdat dezen eerst een onderzoek doen instel
len of de lokalen der scholen te Goënga, Wolsum en
Oppenhuizen geschikt zijn voor 2 leerkrachten en voorts
om eerst tot benoeming eener onderwijzeres van bij
stand over te gaan, wanneer het aantal leerlingen aan
genoemde scholen tot boven 30 is gestegen.
Den Voorzitter komt een onderzoek, als door den
heer Okma wordt voorgesteld, wel wenschelijk voor,
waarom hij voorstelt in dien geest te besluiten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform
sloten.
6. Adres van Antje Walinga te Oudega, om haar
in het genot te laten blijven van het pensioen, dat wijlen
haar echtgenoot als wegwerker genoot.
Adressante verzoekt het pensioen te mogen blijven
trekken, aangezien zij anders bezwaarlijk in haar onder
houd en dat van hare meerderjarige ziekelijke dochter
kan voorzien.
B. en W. herinneren er aan, dat Pier Boelsma als
oud-wegwerker een pensioen genoot van f 100 per
jaar, alhoewel de gemeente daartoe niet verplicht was,
wijl Boelsma, wegens hoogen leeftijd, niet in ’t pensioen
fonds voor gemeente-ambtenaren kon deelen. B. en W.
vinden ’t nu niet raadzaam aan het verzoek der weduwe
te voldoen, aangezien anders meerdere verzoeken zul
len inkomen en alsdan de financiëele gevolgen, daar
uit voortvloeiende, niet zijn te overzien.
De heer Wesselius meent, dat de Raad reeds meer
dan eens een dergelijk verzoek van weduwen van ge
meen! e-ambtenaren heeft behandeld en pensioen heeft
toegekend; ’t betreft hier een klein bedrag, waarom hij
de behoeftige weduwe in het genot van het geheele
pensioen wil laten.
terwijl hij zich half oprichtte.
«Dadelijk naar bed gaan, en morgen...*