c
I
1
l
■■■■■I
V
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiibiiiiiiii
I
i
C/
b
b
4»
I?
Y,
S N E E K E R
NIEUWSBLAD
SINT WAS ZO ZIEK
daar
vrolijke zwarte gezichten staan nu he- met Sinits helikopter naar het strand Als de helikopter opstijgt staat de Sint
zo
\9'
\7ai
l/M
F?*
krijgt hij boze
zy/
Hier komt de stoomboot
de
HORIZONTAAL:
VERTIKAAL:
ZO
Alle Pieten denken diep na!
„Dat is het!” roept de grootste Piet, diat ze telkens als die
Pietje, j>e bent geweldig! Eh.... Piet om nieuwe mag vragen. Dat is fijn!
Voor deze puzzle stellen wij voor
de goede oplossers 3 waardebonnen
beschikbaar, n.l. 25.-, 15.- en 10.-.
Bij meerdere goede oplossingen be
slist het lot.
Inzenden onder motto: „St. Nicolaas
puzzle” aan Sneeker Nieuwsblad, Sin
gel 17 te Sneek, vóór 1 december.
i
i
b
1
b
b
b
b
Als de stoomboot goed is ingevuld,
vormen de letters in de druppel vormi
ge hokjes van boven naar beneden een
gezegde, dat in de twee rijen hokjes
van de vlag moet worden genoteerd.
I. eekhoorn
4. onontwikkeld insekt
8. en omstreken
9. hondenras
II. kleurloos
15. gelijkmaken
20. pausennaam
21. bezittingen
23. roem
24. lesindeling
26. insekteneter
29. gast
30. ziekte
32. houding
34. bereide huid
36. nummero
37. boom
38. met name
39. zangstem
40. schenker
42, etmaal
44. achter
45. bijb. figuur
46. wintervoeriuig
48. vogelverblijf
49. behoudens fouten
50. boom
51. verzamelen
55. deel van Noord-Brabant
57. familielid
58. rivier in Italië
59. ongespannen
62. bewoners van Europees land
64. voegwoord
65. kleine St. Nicolaaskoekjes
68. landbouwwerktuig
69. draaikolk
71. vervoermididel
76. circa
77. vaartuig
79. nooit
80. het vallen van neerslag
82, Verenigde Naties
84. uitgesloten aansprakelijkheid
85. vaartuig
89. circa 100 schoven
90. binnenkort
91. priesterkleding
95. laatstleden
96. botterik
97. plaats waar St. Nicolaas bisschop
was
99. zintuig
100. begroeide aardkluit
101. Afrikaans land
103. smart
105. tot gereedschap bewerkte steen
108. wiinitervoeriuig
109. genotmiddel
111. reptiel
112. deel van een been
113. malle
115. breinaald
117. de oudere
118. uiitroep
119. lidwoord
120. sourdine
122. vogel
123. noot
124. elektrische trakitie
125. bijbelse figuur
127. voorzetsel
128. graveren
131. eiland in de Oostzee
134. betemmering
137. telwoord
138. omroepvereniging
140. wandversiering
142, hetzelfde
143. lekkernijen om uit te strooien
146. opperwezen
148. water in Utrecht
149. watering
150. dweepziek
152. plaats in Drenthe
153. vogel
154. ligplaats voor schepen
157. een weinig
159. opening
160. plaats in de Achterhoek
162, soort
164. mannen van adel
167. lusteloos
169. hof
170. Engels zilver
172. nu en dan
173. oude lengtemaat
175. roofdier
177. vrucht
179. betaald
181. voegwoord
182. deel van de bijbel
b
b
4
i
4j
vele Zwarte Pieten in een groot pa
leis woont. In de stad branden alleen
nog maar de straatlantaarns en ver
der zorgen de sterren en de
maan i
die duisternis. Bijna alle mensen
zijn al naar bed en de kinderen na
tuurlijk allang.
zelfs tranen in hun ogen. Zo nu en Haast jullie, want de Sint moet
dan slaakt er iemand een diepe zucht gauw mogelijk beter worden!”
en dan is er even een droevige stilte. He Pieten zijn al weg en C
„Ja maar,” zegt een andier
„als vijf knappe dokters niet
Nicolaas en die Zwarte Pieten ook al
in bed liggen! Dat zou eigenlijk ook
moeten, maar heit is niieft zo! In het
grote pallets is iedereen nog
wakker. Er moet wdl iets vreemds pietje dat zachtjes vertelt
aan de hand zijn, want gewoonlijk mo- grootmoeder die
gen de Pietjes ’s avonds om 7 uur nog
even naar Gaste de zigeuner op de
En dan. klinkt na een tijdje plotse
ling het geluid van de helikopter die
landt op het dak van het paleis. De
knechtjes rennen naar boven en zien
daar de anderen aankomen met een
klein vrouwtje met een grote omslag
doek om en een mandje aan haar
aivn. Ze dribbelt met snelle pasjes
op de Pieten af en fluistert: „Waar
is de kindervriend? Breng me naar
hem toe, ik heb al mijn buikpijinkrui-
den meegebracht.”
Even later staan de Pietjes in
gang bij de deur van de slaapkamer
waarachter het kruidenvrouwtje is
verdwenen. Ze horen haar zachtjes
met de Sint pratej en ze houden hun
adem in. Ze durven zelfs niet met
elkaar te fluisteren en ze staan dood
stil te wachten. Het lijkt wel uren te
duren maar eindelijk gaat dan toch
de deur open en het kruidenvrouwtje
komt weer tevoorschijn. Ze legt een
vinger op haar lippen: „Ssjj,” fluis
tert ze, „de Sint Slaapt. Ik heb hem
een speciale soort kruidenthee laten
drinken en nu moet het eerst eventjes
inwerken. Straks zal ik hem wakker
maken.”
groeien en daarmee kan ze zieke
mensen beter maken, echt waar!”
t morgen
den vrouwtje. De rest blijft achter in de weer een heel drukke dag!
slaapzaal. Ze kijken elkaar allemaal
vol verwachting aan. Stel je voor de
Pietje, die goedheifligman nu eens gauw beter
weten zou worden! „Dan gaan we zijn stoel
wat er met hem aan de hand is, hoe versieren!” roept een dik Pietje en hij
zouden wij het dan kunnen weten? Nie- waagt het om even in zijn handen te
mand kan hem van zijn buikpijn ge- Mappen. Maar dan krijgt hij boze
nezen en hij is zo ziek diat hij zelfs blikken van zijn vriendjes: „Ssit, stil
geen pepernoten meer lust. Vanmid- zijn!”
dag heb ik hem een sinaasappel ge
bracht en daar heeft hij maar een
half partje van opgegëten!”
„Een half partje!” roepen de anderen
bedroefd. Want ze weten allemaal dat
hun meester altijd drie grote sinaas
appelen per dag eet. En ’s zondags
zelfs vier! Jia, het is wel heel erg
met de bisschop.
over
grootmoeder die al zoveel mensen
heeft genezen. „Ze woont in een hut-
t.v. kijken en dan moeten ze naar bed. je aan het strand,” zegt hij. „Ze ver-
En de Sdnft kruipt zëlf ook vroeg tus- zamelt kruiden die in
sen zijn lakens, want hij is ’s avonds
altijd moe van het werken aan gedich
ten en kadootjes.
Maar op deze avond zitten de Pietjes
om 10 uur nog klaarwakker op de
rand van hun bedjes en ze praten
lemaal niet blij en een paar hebben om Pietjes grootmoeder op te haten, met alle Pieten op het plat te wui-
zelfs tranen in hun ogen. Zo nu en Haast jullie, want de Sint moet zo ven, net zolang tot er niets meer in
dan slaakt er iemand een diepe zucht gauw mogelijk beter worden!” de lucht is te zien dan alleen de hal
en dan is er even een droevige stilte. He Pieten zijn al weg en de grote ve maan en de sterrtjes. En dan moe-
Een klein Pietjle zegt zachtjes: „We Piot gaat naar de slaapkamer van de ten de Pietjes heel snel naar bed en
moeien met z’n allen proberen om de Sint om hem te vertellen van het krui- de Sint ook, want morgen wacht er
Sint weer beter te maken. Zonder on
ze meester beginnen we niets.”
81. zot
82. voorgenoegens
83. telwoord
85. loot
86. landstreek
87. dienstbode
88. ruim, wijd
89. tas
91. badplaats in België
92. leer van helt geluid
93. pas gewijd priester
94. bouwland
98. gebogen vorm
102. hetzelfde
1'03. familielid
104. eetlust
106. een zekere
107. naar zich toe halen
109. het Romeinse Rijk
110. breekbaar
114. wintervoertuig
116. dwarshout
118. vaste toezegging
121, familiellid
122. godin
126. ongeletterd
129. vogel
130. deel van de dag
132. streep over de huid door zweep
slag
133. daar
134. sierraad
135. efifen
136. kernspreuk
137. man van stand
139. hert
141. toestand van onbewust teven
144. onder andere
145. vogelprodukt
147. deel van de dag
151. verslagen
152. vriend (Ér.)
153. vreemde munt
155. plaats in Arable
158. boom
161, Europa (atfik.)
163. groente
164. Europeaan
165. noot
166. nieuw
168. famfflieMd
171. vat
174. laatstteden
176. voorzetsel
178. deel van de bijbel
en ze praten „J
zachtjes tegen elkaar. Hun anders zo 5 en Piet 6, jullie gaan onmiddellijik
i
j
b
b
b
j
I
Het is al heel laat in de avond in Als de beide Pieten terugkomen op Wie komt daar binnen? Wie staat
Madrid waar Sint Nicolaas met zijn ae slaapzaal heerst daar een opge- daar, geheel aangekleed en leunend op
r, zyn jjjjjjigjj en (-g lachen bij het
zien van al die verraste Pietjes? Ja,
het is Sint Nicolaas! Het is hem! „Ik
„ik
de kruiden
hebben fantastisch gewerktWaar is
ze. Het is geweldig wat je gedaan hebt,
vrouwtje, hoe kan ik je belonen? Nu
1. water in Friesland
2. af
3. elektrische taakitie
4. water in Friesland
5. famiiillMiellfid
6. niet vast
7. lidwoord
9. voorwerp
10. kleur
11. goed
12. rots in de Rijn
13. ik
14. kerkbewaarder
16. weinig
17. ongevuld
18. noot
19. daiar
20. bereide huid
22. gast
25. zintuig
27. wild zwijn
28. Indisch orkest
31. middag
33. belangstelling
35, noot
37. lidwoord
41. famillielid
43. Siniterklaiaslekkernij
47. elektra -technisch
50. selderij
51. zuigdiop
52. pech
53. plaats op de Veluwe
54. kloosterlinge
56. pauserunaam
59. kaeksoort
60. openbaar
61. waterstand
63. radiiotelegratfisch
66. pauze
67. het geheel der liefdegevoelens
70. bijbelse figuur
71. aanstonds
72. Rijikisigrond
73. water in Friesland
74. binnenshuis
75. wreed heerser
78. militair
80, het Romeinse Rijk
de knechtjes naar de
„het gaat huiskamer, waar ze vertelt over haar
au!! Ik maak me hutje aan het strand. Maar midden in
ramp! haar verhaal houdt ze op
even: „Mmmm!” roept ze,
Alle Pieten denken heel diep na om
iets te bedenken om de goede man
weer beter te maken’. Dat is erg
moeilijk want ze hebben al van alles
geprobeerd! Ze hebben warme anijs
melk voor hun meester klaarge
maakt, ze hebben hem pepermuntjes
gegeven, ze hebben warme kruiken
tegen z’n buik gelegd, maar niets
hielp, Nog altijd heeft de Sint vre
selijk last van pijn in zijn buik.
Hoor! Daar gaat het belletje dat de
Sint naast zijn bed heeft. Twee Zwar
te Pieten springen op en rennen op
kousevoeten tot de slaapkamerdeur.
Dan sluipen ze voorzichtig naar het
grote bed: „Ja, Sint?” vragen ze
voorzichtig. De Sint draait moeizaam
zijn hoofd om op ’t kussen: „Dorst,”
fluistert hij, „breng me eens wat te
drinken, oef, m’n buik, oh, oh, wat
een narigheid!”
Terwijl de ene Piet wat dtruivesap
i gaiait hallen buigt de andere zich over
i het bed: „Gaat hat alweer een beet-
i je, meester?” vraagt hij voorzichtig. Zegaiat met
I „Nee,” kreunt de Sint,
helemaal niet.
zorgen Piet, dit wondt een ramp! haar verhaal houdt ze op en snuift
Nog nooit ben ik ziek geweest en even: „Mmmm!” roept ze, „hebben
nu.... nu ik bijna jarig ben, krijg jullie borstplaat gemaakt? Wat héér-
ik pijn in mijn buik. En wat voor.lijk! Pietje, haai jij es even een stuk-
oef.... pijn! En niemand kan me je voor je grootmoeder, wil je?”
genezen. Ik weet me geen raad!” Vier Pietjes draven tegelijk weg,
Bedroefd staalt hij zijn ogen en trekt graag willen ze ’t vrouwtje een ple-
de dekens over zijn baard. zier doen. En als ze het dan met een
blij gezichtje heeft opgegeten staat ze
snel op en zegt: „Wat hoor ik? Is
daar nóg iemand op de gang? Ik
denk.wel heb je ooit!” Ze ploft te
rug in haar stoel en alle Pietjes kij
ken verbaasd naar de deur, die open
gaat.
heerst daar een opge
wonden stemming. Het kleine Pietje
staat met zijn armen te zwaaien en
en de halve probeert iets te vertellen. De anderen ben beter!” roept hij verheugd,
nog voor een beetje licht in al zijn zo nieuwsgierig dat ze allemaal ben weer helemaal beter,
door elkaar heen praten. Tot de groot
ste Piet roept: „Stilte allemaal!
Moet de Sint nu ook nog wakker wor- kan ik weer kaïdootjes bedenken, ge-
Nu ben jie misschien benieuwd of Sint <ien van het lawaai dat jullie maken, dichten schrijven en.... lang leve het
schaam julhe wat! En laat kleine kruidenvrouwtje! Oh, en de kindertjes
opzoeken op mijn verjaardag natuur-
Piet vertellen. is j^el belangrijk!”
klaar En dan luisteren ze allemaal naar het ze beginnen allemaal te lachen en te
zjjn springen van blijdschap en ’t kruiden
vrouwtje doet even hard mee als de
anderen.
Zo is het een echt feest in het paleis.
En het is al héél laat als eindelijk
de rotsspleten het kruidenvrouwtje weer in de heli
kopter stapt dat nog op heit plat staat
te wachten. Maar nu zi haar kruiden-
maindje vol met de borstplaat die ze
zo heerlijk vindt. En de Sint heeft be-
--op is weer
2Z
20
32
33
30
33
30
00
33
33
93
90
99
to*f
/30
V39
V90
129
'9S-
ft0Ö
\j00
na
V^3
W9
\!9O
\iSx
ii