Ekspositie moet Nicolaas Molenaar in het zonnetje zetten
PETER KARSTKAREL EN DE KUNST
r d
Mm
'tilX
RU 5 LM
fa
f t G
t
V
Ó.7.8.9 oktober
najaarsbeurs sneek 1976
KINGMA’SBANKNV
ook voor
WOONHYPOTHEKEN
met voorwaarden
die aangepast zijn
aan uw
persoonlijke situatie
■HMM
De Bolsjewyk: De man is dea, dat is in needsaek, dy’t üs spyt,
mar it ideael habbe wy der ynslein, dat is de haedsaek.
«RW
7*
56
Paginal?
SNEEKER NIEUWSBLAD - Donderdag 9 september 1976
“jMréBött
X.
;en
.ie
gezegd loopt vrijwel gelijktijdig aan
tie met werk van drie reklameontwerpers
in het Coopmanshuys te Franeker. Een
studieopdracht voor Peter Karstkarei'. le-
Een van de vele tekeningen die Botte
ma maakte voor zijn boekje „Van
Nob, Gnob en Gnobberdebob”, in
1924 in het Nederlands verschenen en
in 1967 in het Fries (vertaald door T.
Eisinga-de Groot) bij Laverman in
Drachten.
Nicolaas Brouwer ontwierp vele ge
bouwen in Sneek, onder meer het
voegere pand van C. en Ain Sneek en
het deel van het Sint Antonius Zie
kenhuis aan de Dr. Boumaweg. Een
schepping was ook het gebouw van het
Old Burger Weeshuis aan de Kleine
Kerkstraat.
(Foto Studio Ger Dijs).
Via zijn werk voor het boek van Bottema,
waarover hieronder meer, raakte hij bekend
met het oevre van de drie van wie een
overzicht zal worden gegeven. Hij zag er
meteen bepaalde overeenkomsten in en
zaken hadden ze gemeen: ze werden onder
meer in Friesland geboren (Jan Wijga in
Jeisum, Piet van der Hem in Wirdum en
Jan Rotgans in Hoorn op Terschelling), ze
waren in de reklame werkzaam en waren
trendsetters in de jaren van voor de tweede
wereldoorlog.
Iemand die de tentoonstelling bezoekt, zo
verzekert Karstkarei, zal ervaren dat hij
vele van hun werken al kent. Zo maakte
bijvoorbeeld Wijga een heel bekend affi
che voor de KLM, tekende Van der Hem
veel voor toneel en boeken en ziet men van
Rotgans zo nu en dan ook wel eens een
-irent terug. Van het drietal was Van der
Tem de enige kunstenaar, Rotgans was
een echte reklameontwerper, terwijl Wijga
qua stijl daartussen in zat. De laatste is
overigens de enige die nog in leven is. Van
Rotgans zijn nog vele politieke tekeningen
bekend.
Een spotprent van Bottema. Deze ver
scheen in „It Heiteldn” van 22 no
vember 1919. Bottema stelde daarin
de praktijken van heersers na de Rus
sische revolutie van 1917 aan de kaak.
Kunst staat in het leven van Peter Karstkarei centraal. Dat is wel eens anders
geweest. Wie de loopbaan van de in 1945 in Sneek geboren Leeuwarder bekijkt,
zal echter ontdekken dat er wel steeds een band met de beeldende kunst bestond.
Na zijn studie aan de Rijks Hogere Burgerschool in Sneek werkte hij onder
meer bij een dochtermaatschappij van een grootwinkelbedrijf in kleding, waar
hij zich vooral bewoog op het artistieke vlak. Daarna volgde een aantal jaren op
het gemeentearchief in Leeuwarden waar meer het „Sneupen” werd beoefend.
Niet direkt schilderachtig. In deze periode werd hij kunstrecensent van het Fries
Dagblad als opvolger van Hugo Kingmans, het hoofd van de edukatieve dienst
van het Fries Museum. Hij stond voor de moeilijke opgave de bij uitstek
deskundige Kingmans te evenaren. In de jaren sinds zijn benoeming bij het FD
(begin 1970) heeft hij een uitstekende reputatie opgebouwd. Karstkarei werkte
onder meer mee aan de Encyclopedie van het hedendaagse Friesland, werd en
wordt vaak uitgenodigd om teksten te maken voor katalogi van tentoonstellin
gen en publiceert in vele Friese tijdschriften. Aktief kunstenaar is hij niet.
„Recensenten zijn meestal mislukt op het gebied waarover zij hun mening
geven verklaart hij niet zonder zelfspot. Toch is hij met een aantal aktiviteiten
bezig geweest met name op het dokumentalistische vlak. Samen met Frans
Andringa (fotograaf) en Rienk Terpstra werkte hij in 1973 aan een projektmap
„Leeuwarden kan wel inpakken” over het in plastic zetten van de watertoren in
de Friese hoofdstad. Het alles op een rijtje zetten, is een van zijn sterkste
punten. Dat dankt hij nog aan zijn tijd op het gemeentearchief. Dat blijkt wel
uit die dingen waar hij nu mee bezig is in het kader van zijn studie aan het
Kunsthistorisch Instituut te Groningen. Over deze aktiviteiten gaat het op deze
pagina.
Het is ook niet verwonderlijk dat hij de
opdracht kreeg om het Sint Antonius Zie
kenhuis, het deel althans aan de Dr. Bou
maweg, te ontwerpen. Vrijwel alle bouwte
keningen hiervan zijn bewaard gebleven.
Ondanks de burgerlijke bouw kan men er
nog de kerkelijke sfeer in proeven, geen
vreemde zaak gezien het verleden van Mo
lenaar. In Sneek bouwde hij verder nog het
pand van C. en A. in de Wijde Burgstraat
(overigens niet zoals het er nu staat) en het
gebouw aan het Old Burger Weeshuis in de Pr
Kleine Kerkstraat.
wat bijzonders mee aan de hand, zo heb
ben Karstkarei en Terpstra ontdekt. Het
zuidelijke altaar verraadt namelijk een En
gelse invloed, en dat is in Nederland
hoogst zeldzaam. Molenaar maakte veel
voordeorderderJezuiten.Daamaastwashij uiteraard ook grote verschillen. Een aantal
erg aktief in de RK-kerk met name in M--
jury’s die zaken op monumentaal gebied
moesten beoordelen.
REKLAME
de tentoonstelling in hét FS'
tl2-'-
in het Coopmanshuys te Franeker.
dereen die kunsthistorie studeert in Gro
ningen moet een keer een tentoonstelling
den irT het kunsthistorisch instituut, maar
Karstkarei kreeg toestemming om het bui
ten Groningen te doen. Normaal houdt
een werkgroep zich ermee bezig, maar hij
doet het zelfstandig en ten derde doet hij
niet in het derdejaar van zijn studie maar
in het tweede.
Eind volgende maand, begin november verschijnt bij de uitgeverij van Lykle Jansma
in Buitenpost de biografie van Tjeerd Bottema, de 92-jarige illustrator die
bekendheid kreeg als de man die onder meer de boeken van Nynke van Hichtum van
tekeningen voorzag. Vanaf vijf november zal in het Coopmanshuys in Franeker een
tentoonstelling worden gehouden die een overzicht biedt van wat drie van afkomst
Friese reklamemensen hebben gemaakt: Piet van der Hem, Jan Rotgans en Jan
Wijga. De ekspositie zal ruim een maand duren. In diezelfde november maand zal in
het Fries Scheepvaart Museum in Sneek de schijnwerper worden gericht op
Nicolaas Molenaar, de architekt die grote bekendheid kreeg in ons land in de
periode na Cuypers. Molenaar werd in 1850 in een timmermansgezin in Sneek
geboren.
Drie zaken die op het eerste gezicht niet
veel met elkaar te maken hebben. Toch is
er één gemeenschappelijk punt en dat is de
bemoeienis van Peter Karstkarei met dit
alles. Als documentalist werkt hij mee aan
het boek over Bottema, in het kader van
zijn studie aan het kunsthistorisch instituut
van de Rijksuniversiteit te Groningen zet
hij de tentoonstelling in Franeker op poten
en over Molenaar is hij al maanden bezig
allerlei gegevens te verzamelen omdat hy
samen met Rienk Terpstra uit Zeist een
artikel gaat schrijven voor het blad Wonen
TA-BK (die letters staan voor tijdschrift
voor architectuur en beeldende kunst). Het
artikel zal tevens als inleiding op de ten
toonstelling worden gebruikt.
KERKBOUW
Nicolaas Molenaar, om (chauvinistisch als
we zijn) maar mee te beginnen, was een
zoon uit een echt Sneker geslacht. Hij
be:
acl
hoofdopzichter bij de bouw van de ka-
ontworpen door Petrus
zijn voorbeeld zou worden. Toen men
bezig was met het leggen van de funda
menten, verdween de hoofdopzichter (hij
kwam nooit weer terug en er is niets meer
van hem gehoord)
kreeg de leiding.
Daarbij werd hij evenwel goed in de gaten
gehouden. Op verzoek van Kuipers, hij ver
trouwde het zaakje blijkbaar niet helemaal,
kwam de direkteur van het Bolswarder gas
bedrijf, ene Peters, tweemaal per week lo
pend naar Sneek om te kijken hoe het een en
ander er op de bouwplaats voorstond. Deze
Peters was de latere ontwerper van de vele
postkantoren in ons land. Het ging allemaal
prima en het leverde Molenaar zijn eerste
zelfstandige opdracht op, de bouw van een
kerk van Kuipers in Sappemeer leiden. Dat
later, in 1877, na een grote storm in januari
de hele voorgevel van de Sneker kerk in
stortte, werd hem niet toegerekend Hij was
er niet schuldig aan, vermelden de archieven,
de fout lag bij de aannemer).
Na verloop van jaren begon Molenaar ook
zelf gebouwen te ontwerpen. Hij trad in
dienst van het rijk en werd één van de
architekten die werkten onder supervisie
van de rijksbouwmeester Van Lokhorst,
die onder meer verantwoordelijk was voor
de Statenzaal. Na ongeveer tien jaar vestig
de hij zich als zelfstandige architekt in Den
Haag en ging zich vooral bezig houden met
het ontwerpen van neo-gotische kerken.
(Vele van de „moderne” rooms-katholieke
kerken kwamen in ontwerp van zijn teken
tafel).
ZELDZAAM ALTAAR
Zwolle, Woerden, Groningen, Enkhuizen,
Nijmegen, overal staat wel een schepping
van hem. Maar ook in Lemmer en daar is
Daarnaast heeft hij een woningbouwont-
werp voor Den Haag gemaakt dat is uitge
voerd in de wijk Duinoord. Deze huizen
staan er nog steeds. Ook het fraaie Raad
huis in Noordwijk is zijn schepping. Hier
aan is overigens een fraaie geschiedenis
verbonden. Naar aanleiding van dat ont
werp werd hij ook uitgenodigd een soort
gelijk gebouw te maken voor Woerden.
Toen hij alles had ingeleverd en men
rekenen, bleek het te duur te worden.
zei de stadsarchitekt van Woerden, wat
Molenaar kan, kan ik ook wel. Hij kopieer
de het ontwerp van Noordwijk en zonder
dat er iemand wat aan kon doen, verrees in
Woerden een vrijwel gelijk raadhuis aan
dat van Noordeijk. Over plagiaat ge
sproken.
Het is de bedoeling dat de tentoon
stelling over Molenaar van 15 novem
ber tot 26 februari gaat lopen. Er zal
een schat aan gegevens, tekeningen en
foto’s over de architekt en zijn werk te
zien zijn. Dan ook kan gekonstateerd
worden dat hij in de jaren van zijn g*
loopbaan in zijn ontwerpen versoberde *Ci
van het meer uitbundige naar het rusti
ge, al bleef de invloed van Kuipers nog
wel doorklinken.
BOTTEMA
Het boek over Bottema wordt een bijzon
der belangwekkend boek, zo wordt door
insiders verzekerd. Het bestaat eigenlijk uit
n ging drie delen. Het levensverhaal, geschreven
i. Och, door Bottema zelf en geredigeerd door
Evert de Jong (oud-redakteur van het
Sneeker Nieuwsblad en momenteel werk
zaam bij de Leeuwarder Courant), verder
een dokumentair deel (daarvoor heeft
Karstkarei een 250 boeken doorgeneusd)
en verder de illustraties, waarvan vele in
kleur. „Ik durf te beweren dat het kom-
pleter is dan de boeken over Rie Cramer
en Piet Jetzes”, aldus Peter Karstkarei.
Het is zo wetenschappelijk mogelijk opge
zet, al doet dat geen afbreuk aan de
leesbaarheid. Bottema stond bekend om
zijn fijnzinnige illustraties. Hij maakte
-jeen typetjes: elk kind had zijn eigen
.;arakter en was charmant. Als je van Rie
Cramer”, zo verduidelijkt Karstkarei, „één
kinderkopje hebt gezien dan ken je ze
allemaal wel. Jetzes tekende ze, althans
naar moderne begrippen oubollig, burge
lijk realistisch”.
Bottema was niet alleen een uitstekend
illustrator, ook als etser en schilder had hij
grote kwaliteiten. Bij het 700-jarig bestaan
van Amsterdam is nog een herdruk van
oude prenten van hem verschenen. Bottema
maakte ook een aantal schilderijen die als
verzorgen. Doorgaans worden deze gehou- schoolplaat verschenen. Daarnaast tekende
- - hij spotprenten en gaf hij een in 1924 in het
Hollands en in 1967 in het Fries versche
nen boekje voor kinderen uit ,Jt aventür
van Nob, Gnob en Gnobberdebob” dat hier
en daar nog wel verkrijgbaar is. Het
„Tjeerd Bottema, mijn leven” gaat 49,50
kosten met een intekenprijs van 35,-.
zijn) maar mee te beginnen, was een
”:j
:gon zijn maatschappelijke loopbaan op
:nttienjarige leeftijd als assistent van de
tholieké kerk aan de Singel. Deze kerk was
i Kuipers, die later
zijn voorbeeld
bezig was met het leggen van de funda
menten, verdween de noofdopzichter (hij
erf de jonge Nicolaas
9 ik
vRK